Hoofdstuk
Begininstellingen
09
2
Druk op a of b om A-PI in of uit te
schakelen.
Door op a of b te drukken, schakelt u A-PI in
of uit, wat op het display wordt weergegeven
(bijv. A-PI :ON).
Aan/uit zetten van de
waarschuwingstoon
Als het voorpaneel niet binnen vijf seconden
na het uitschakelen van het contact van het
hoofdtoestel is verwijderd, zal er een
waarschuwingstoon klinken. U kunt deze
waarschuwingstoon uitschakelen.
1
Druk op FUNCTION en selecteer WARN.
Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot WARN
op het display verschijnt.
2
Druk op a of b om WARN in of uit te
schakelen.
Door op a of b te drukken, schakelt u WARN
in of uit, wat op het display wordt weergegeven
(bijv. WARN :ON).
Aan/uit zetten van de
externe aansluiting
U kunt externe apparatuur aansluiten op dit
toestel. Schakel de externe aansluiting in wan-
neer u externe apparatuur op dit toestel wilt
aansluiten.
1
Druk op FUNCTION en selecteer AUX.
Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot AUX op
het display verschijnt.
104
Nl
HHHHHHHHHHHHHH
2
Druk op a of b om AUX in of uit te
schakelen.
Door op a of b te drukken, schakelt u AUX in
of uit, wat op het display wordt weergegeven
(bijv. AUX :ON).