– Plaats het apparaat niet in een warme, natte of
zeer vochtige omgeving.
– In de buurt moet een geaarde, door een FI-veilig-
heidsschakelaar beveiligde stekkerdoos beschik-
baar zijn.
– De stekkerdoos moet gemakkelijk toegankelijk zijn
zodat de netaansluitkabel bij nood kan worden
uitgetrokken.
– Er mogen geen verlengsnoeren worden gebruikt.
Steek nu de kabel van het apparaat in de ge-
aarde stekkerdoos.
BELANGRIJK! De kabel moet aan de achterzijde
van het apparaat blijven en mag geen hete elemen-
ten raken.
5.1 Bediening aan het apparaat
Het apparaat wordt via het bedieningspaneel
2 en de temperatuurregeling 3 aan de rech-
terzijde bediend (afb. 5).
Met de eerste schakelaar met symbool [
kan het vlameffect worden in- en uitgeschakeld.
Het vlameffect kan met en zonder verwarmfunc-
tie worden gebruikt. Is de schakelaar op het
symbool [ O ] ingedrukt dan is het vlameffect
uitgeschakeld. Druk op de schakelaar naar links
[‒], activeer deze.
Voor lage verwarming schakelt u de eerste ver-
warmingstrap in met symbool [ I ] op de aan-
schakelaar op symbool [‒] en uit met symbool
[ O ]. Controleer of de temperatuurregelaar 3
naar rechts [+] is gedraaid. De verwarmingsfunc-
tie kan met en zonder vlameffect worden gebruikt.
Voor het volledige verwarmvermogen schakelt
u de verwarmfasen [ I ] en [ II ] met de aan-/
uitschakelaar in.
De verwarmfase [ II ] functioneert alleen als
ook de schakelaar voor verwarmfase [ I ] op
symbool [‒] staat.
De temperatuur binnen de beide verwarmni-
veaus kunt u via de temperatuurregeling 3 van
[‒] tot [+] sturen.
26
NL/BE
Schakel nu het apparaat in door de tempera-
tuurregeling 3 naar rechts te draaien tot het
hoorbaar vastklikt. [‒] stelt daarbij de laagste
temperatuur (links) en [+] (rechts) de hoogste
temperatuur voor.
5
2
INSTRUCTIE! Dankzij de automatische werking
houdt de heteluchtbesturing (thermostaat) de inges-
teld temperatuur constant.
Draai eerst de temperatuurregeling 3 naar
rechts in de richting van de maximale [+] waarde.
Laat de schakelaar in deze positie tot de kamer-
lucht de gewenste temperatuur bereikt heeft.
Nadat de gewenste kamertemperatuur is bereikt,
draait u de temperatuurregelknop 3 naar links
]
totdat u een klik hoort. De verwarmingsfunctie
wordt nu uitgeschakeld.
Als de kamertemperatuur onder de ingestelde
temperatuur zakt, verwarmt het toestel de ruimte
opnieuw tot de ingestelde temperatuur is bereikt.
INSTRUCTIE! Tijdens het eerste gebruik kan er tij-
delijk lichte geurvorming ontstaan.
5.2 Oververhittingsbescherming
Voor uw veiligheid heeft dit apparaat een overver-
hittingsbescherming. Als de temperatuur in het ap-
paraat te hoog wordt, schakelt het automatisch uit.
Ga in dat geval als volgt te werk:
1. Trek de netstekker uit.
2. Laat het apparaat minstens 20 minuten afkoelen.
3. Controleer of de ventilatieroosters 6 vrij zijn en
reinig deze met een zachte, droge doek.
3
+