Houd de netaansluitkabel uit de buurt van hete oppervlakken (bijv.
fornuis).
Als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, trekt u
de stekker uit de stekkerdoos. Alleen dan is het apparaat volledig
stroomloos.
Het gebruik van verlengsnoeren is verboden.
Het apparaat mag niet met een externe timer of een apart afs-
tandssysteem zoals bijvoorbeeld een draadloze stekkerdoos wor-
den bediend.
Stel een gevallen toestel niet in bedrijf.
Niet gebruiken als er zichtbare tekenen van schade aan het ver-
warmingstoestel zijn.
Het verwarmingstoestel moet op een stevige, vlakke en waterpas
vloer worden geplaatst.
WAARSCHUWING! Het verwarmingstoestel mag niet in kleine ru-
imten gebruikt worden die door personen worden bewoond die niet
zelfstandig de ruimte kunnen verlaten, tenzij continue bewaking is
gewaarborgd.
2.3 Beveiliging tegen brandgevaar
Brandgevaar!
Aangezien het apparaat op hoge temperaturen werkt, neemt u
de volgende veiligheidsinstructies in acht zodat er geen brand
kan ontstaan.
Risico op oververhitting!
Om een oververhitting van het verwarmingsapparaat te ver-
mijden, mag het verwarmingsapparaat niet worden afgedekt.
Tijdens de werking mogen zich geen brandbare voorwerpen (bijv.
gordijnen, papier enz.) in onmiddellijke omgeving van het appa-
raat bevinden.
22
NL/BE