Menu
5.13
Vloeistofcirculatie
Voor het selecteren tussen
water en glycol in het
circulatiesysteem.
5.14
Modeschakeling
5.15
Geforceerd verw.
Om verwarmen geforceerd
op handmatig (standaard) of
automatisch aan te zetten.
5.16
Gef. Ontdooi
Als automatisch selectie is
ingesteld, zal de buitenunit
beginnen met ontdooien als
bij lage buitentemperatuur er
langdurig verwarmd wordt.
5.17
Ontdooisignaal
Voor het inschakelen van het
ontdooisignaal en de ventilator
tijdens het ontdooien te
stoppen. (Als het ontdooisignaal
op ja is ingesteld, is de
bivalente functie niet voor
gebruik beschikbaar)
5.18
Debiet pomp
Voor het instellen van
variabele besturing van de
stromingspomp of het regelen
van de besturing van de
pompcapaciteit.
5.19
Warmwat. Ontdooi
Geeft het systeem de
mogelijkheid te ontdooien met
warm water in plaats van de
binnenunit voor een beter
comfort van de ruimte.
5.20
Verwarmingsregeling
Voor het selecteren van de
bedrijfsomstandigheden van
de unit om de ingestelde
temperatuur sneller te bereiken
of energie te besparen.
Standaard instelling
Instellingsopties / Weergave
Water
Nee
Handm
Handm
Nee
T
Ja
Comfort
Comfort
Efficiënt
33