ID
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
Klemblokken
KLEMBLOK 1
BESCHRIJVING
+12V (ROOD)
Stroomtoevoer positieve (+) ingangsspanning
- (BLK)
Algemene stroomtoevoer naar besturingspaneel
BUS (GRN)
BUS (GRN)
INSTELLEN*
Gebruikt voor het extern INSTELLEN/UITSTELLEN van de detector.
Als op de ingang INSTELLEN van het klemblok een activeringssignaal wordt toegepast
(zie activeringsjumper afstandsbediening/instellen voor instellingen):
RC*
Gebruikt om de communicatie met de afstandsbediening in/uit te schakelen, alleen als
de DIP-schakelaar 7 "UIT" was.
(afstandsbedi
Als op de RC-ingang van het klemblok een activeringssignaal wordt toegepast (zie
ening –
jumper ingang afstandsbediening/instellen voor instellingen), wordt de
remote
afstandsbediening ingeschakeld.
control)
Opmerking: DIP-schakelaar 7 "AAN" maakt continu RC-communicatie mogelijk.
Tabel 1: ID-instellingen voor BUS-verbinding
1
2
3
4
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
AAN
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
UIT
AAN
AAN
UIT
AAN
AAN
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
AAN
UIT
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
AAN
AAN
UIT
AAN
UIT
UIT
AAN
AAN
AAN
UIT
AAN
AAN
UIT
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
Gebruikt voor gegevenscommunicatie met de ProSYS
Gebruikt voor gegevenscommunicatie met de ProSYS
AM wordt uitgeschakeld (als de AM DIP-schakelaar 5 eerder AAN was)
MW-module is ingeschakeld (als de Groene lijn DIP-schakelaar 3 eerder
AAN was).
Door een activeringssignaal te verwijderen, wordt een zelftest veroorzaakt
(als de externe zelftest DIP-schakelaar 4 eerder UIT was).
Ind. LuNAR RK200DTG3 Installatiehandleiding
5
ID
1
17
UIT
UIT
18
UIT
AAN
19
UIT
UIT
20
UIT
AAN
21
UIT
UIT
22
UIT
AAN
23
UIT
UIT
24
UIT
AAN
25
UIT
UIT
26
UIT
AAN
27
UIT
UIT
28
UIT
AAN
29
UIT
UIT
30
UIT
AAN
31
UIT
UIT
32
UIT
AAN
2
3
4
5
UIT
UIT
UIT
AAN
AAN
UIT
UIT
UIT
AAN
AAN
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
AAN
AAN
UIT
AAN
AAN
UIT
AAN
UIT
UIT
AAN
AAN
AAN
UIT
UIT
AAN
AAN
UIT
AAN
AAN
AAN
UIT
AAN
AAN
UIT
AAN
AAN
AAN
UIT
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
19