Voorbereiding van de bediening
5
Voorbereiding van de bediening
5.1
Batterijen plaatsen/
vervangen
Afb. 8. Schematische weergave van
de onderzijde van de printer
5.2
Papier inleggen
Afb. 9: Printer met geopend papiervak
6
Zelftest
30
6
7
8
9
•
Open het batterijenvakdeksel aan de
onderzijde van de printer, door de hendel
boven het batterijdeksel (8) naar beneden te
drukken en tegelijkertijd het batterijvakdeksel
(9) er af te halen.
WENK!
De hendel moet met kracht naar beneden gedrukt
worden. Daarmee is gegarandeerd dat het
batterijvak niet per ongeluk geopend kan worden.
•
Zet er 4 AA batterijen in. Let daarbij op de in
het batterijvak aangegeven poling.
WENK!
Als u van plan bent, de printer voor een langere
periode niet te gebruiken, dient u de batterijen te
verwijderen.
WENK!
Bij lage batterijspanning knippert de LED op de
aan-/uittoets rood. In dit geval dienen de vier
batterijen te worden vervangen.
Open het papiervak door naar beneden
•
drukken van de hendel (afb. 1, onderdeel 5).
Zet het papiervakdeksel (afb. 1, onderdeel 4)
•
loodrecht.
Leg de papierrol er zo in, als op de bodem van
•
het papiervak is aangegeven.
Trek het papiereinde uit het papiervak en sluit
•
het papiervakdeksel.
WENK!
Het deksel moet hoorbaar inklikken.
•
Houd bij uitgeschakelde printer de
papiertransporttoets (▲) ingedrukt en druk
tegelijkertijd op de aan/uittoets.