Rolwagen
(Fig.11)
Tijdens het transport van de machine blijft de rolwagen vast op de machine staan en moet dus
niet gemonteerd worden.
De bediening van de rolwagen gebeurt door middel van de op de voorzijde aangebrachte
handgreep en kan door middel van een klemming vastgezet worden.
Dit is voornamelijk bij het maken van langssnedes met de parallelaanslag nodig, enkel de
grendel in de uitsparing trekken.
De loopwagen wordt door middel van 4 gummi aanslagen in de eindposities gestopt.
Wanneeer vele korte zaagsnedes na elkaar gemaakt worden, kan het gebeuren dat de
kogelhouder tussen de beide delen van de loopwagen verschuift.
Dit heeft als gevolg dat men niet meer over de volle zaaglengte van de rolwagen kan
beschikken en er vroegtijdig weerstand optreedt.
Wanneer men nu de rolwagen met enige niet al te krachtige stoten vooruit schuift tot de
rolwagen weer tegen de gummi's gestopt wordt, heeft men de positie van de kogelhouder
gecorrigeerd.
De rolwagen moet ten allen tijde zuiver gehouden worden en regelmatig van stof ontdaan en
uitgeblazen worden (langs beide zijdes van de wagen uitblazen). Speciaal de loopbaantjes van
de rolwagen moeten wekelijks gesmeerd worden.
Het smeren gebeurt het best met WD-40.
Klemgrendel
Fig.11
19
NLX310 04-V0713
– Français
– Nederlands