Voorafgaand aan het gebruik
Uitpakken en samenstellen van uw generator
• Pak uw generator zorgvuldig uit en zorg ervoor dat alle
verpakkingsmaterialen van de machine verwijderd zijn.
• Indien er onderdelen beschadigd zijn of ontbreken, moet u deze laten
repareren / vervangen vóór gebruik.
Producteigenschappen
Brandstofkraan
• De brandstofkraan (12) regelt de brandstoftoevoer naar de carburateur.
• Wanneer de kraan op ON (aan) gezet is (hendel verticaal) kan er benzine
van de tank naar de motor lopen.
• Wanneer de kraan op OFF (uit) staat (hendel horizontaal), is de
brandstoftank gescheiden van de motor.
• Zet de brandstofkraan altijd terug in de stand OFF, wanneer de generator
niet in gebruik is.
Choke
• De choke (9) zorgt voor een verrijkt brandstofmengsel waarmee de motor
zich laat starten.
Contactverbrekers
• De generator is voorzien van contactverbrekers die de stroomtoevoer
automatisch onderbreken, wanneer een kortsluiting of overbelasting
ontdekt wordt.
• Wanneer de contactverbreker geactiveerd wordt, moet u de aangesloten
apparaten controleren op storingen / verkeerd gebruik.
• De contactverbreker kan gereset worden met de resetschakelaar (5).
Aardpunt
• Deze generator is voorzien van een aardpunt (7). Als extra beveiliging
zou een aarddraad aangesloten moeten worden tussen dit punt en een
aardstaaf (draad en aardstaaf niet meegeleverd).
Voor elk gebruik
• Controleer altijd of alle onderdelen / bevestigingen goed vastzitten.
• Verzeker u ervan dat de generator op een stabiel horizontaal oppervlak
staat.
• Draag altijd geschikte persoonlijke beschermingsuitrusting voor het werk
dat u gaat verrichten. Draag gehoorbescherming in alle situaties waarin
het geluid naar alle waarschijnlijkheid boven 80 dB zal uitkomen.
• Wanneer een apparaat abnormaal werkt, sloom wordt of plotseling stopt,
moet u het meteen uitschakelen. Trek de stekker van het apparaat uit het
stopcontact van de generator.
• Controleer of de elektrische specificaties van een apparaat /
apparaten die op de generator aangesloten zijn, het maximale continue
uitgangsvermogen niet te boven gaan.
oPmERKiNG: Een substantiële overbelasting activeert de
contactverbreker. Bij een lichte overbelasting zal dat niet gebeuren.
Een langdurige lichte overbelasting zal de levensduur van uw
generator duidelijk verkorten
Bedieningsvoorschriften
olie
• Vóór gebruik moet er olie in de generator gevuld worden. Wanneer
u probeert om uw generator met te weinig of de verkeerd olie te laten
draaien, veroorzaakt dat permanente schade.
• Verwijder de olievuldop/peilstok (8) De olie kan nu in de motor gegoten
worden. De olie moet bijgevuld worden tot het niveau van de vuldop-
peilstokopening. Het peil kan met de peilstok gecontroleerd worden.
• Draai de vuldop/peilstok altijd goed aan, voordat u de generator gebruikt.
• Ververs de motorolie regelmatig om de levensduur van de motor te
verlengen. Afgewerkte olie kan afgetapt worden door de aftapplug (15)
uit te draaien.
Brandstof bijvullen
• Zorg ervoor dat de generator stilstaat en lang genoeg heeft kunnen
afkoelen, voordat u brandstof bijvult.
• Gebruik altijd normale loodvrije benzine. Gebruik geen benzine die
ethanol of methanol bevat, omdat dit de brandstofleidingen of andere
componenten kan beschadigen.
• Rook nooit en vermijd ook andere ontstekingsbronnen in de omgeving
waar de brandstof opgeslagen is of in de generator gevuld wordt.
• Let goed op dat u geen brandstof morst. Wordt er toch brandstof
gemorst, dan moet u ervoor zorgen dat deze grondig verwijderd is,
voordat u probeert de motor te starten.
• Zorg ervoor dat er geen vuil of water in de brandstoftank terechtkomt.
• Verwijder de vuldop om het brandstofpeil in de tank te controleren. Het
25
brandstofpeil moet de schouder van het brandstoffilter bereiken. Niet te
ver vullen.
• Draai de vuldop voor de brandstof altijd goed aan, voordat u de generator
gebruikt.
Starten
• Maak alle verbruiksapparaten los van de stopcontacten.
• Draai de brandstofkraan (12) in de stand ON (hendel verticaal).
• Controleer of de chokehendel (9) in de stand CLOSED (= dicht = aan de
rechterzijde) staat
• Zet de ontstekingsschakelaar (2) in de stand ON.
• Trek rustig aan de startgreep (11) om spanning op het touw te zetten en
trek vervolgens snel en stevig aan het touw. Herhaal deze handeling tot
de motor start. Wikkel het touw van de starter niet om uw hand en geleid
het touw altijd gecontroleerd terug in zijn behuizing.
• Wanneer de motor warm wordt, beweegt u de chokehendel (9) naar de
stand OPEN (naar links).
• U kunt nu apparaten op de generator aansluiten. 230V apparaten
kunnen rechtstreeks op het 230V stopcontact (4) aangesloten worden.
Aansluiting op 12V systemen gebeurt via de 12V kabel (16) die
op het 12V contact (3) aangesloten wordt. Let op dat de metalen
bevestigingsclips geen contact maken.
Lasten
• De maximale continue belasting voor deze generator bedraagt 1KVA
(1000W)
• Verschillende types belastingen oefenen op verschillende manieren
invloed uit op de generator. Om die reden gelden er voor bepaalde types
belastingen / verbruiksapparatuur beperkingen. Vanwege de inductieve
effecten kunnen sommige motoren stroom trekken die hun nominale
toegelaten waarden ver te boven gaat en daarom is een corrigerende
veiligheidsfactor noodzakelijk.
Type belasting
op weerstand
gebaseerd
(bijv. gloeilamp,
waterkoker etc.)
Vermogensfactor
1.0
Veilige
1000W
vermogenslimiet
• De vermogensfactor zal voor verschillende apparaten variëren. Wanneer
de vermogensfactor niet vermeld staat in de documentatie van het
apparaat, moet u er altijd voor zorgen dat er een genereuze
overcapaciteit beschikbaar is.
Stoppen
• Zet in noodgevallen de ontstekingsschakelaar (2) in de stand OFF.
• De normale procedure om te stoppen luidt als volgt: ontkoppel alle
elektrische verbruiksapparaten, zet de ontstekingsschakelaar (2) op OFF
en draai de brandstofkraan in de stand OFF.
Onderhoud
Luchtfilter
• Het luchtfilter is een belangrijk onderdeel van uw generator en dient als
zodanig onderhouden te worden. Een vuil filter leidt tot slechte prestaties
en een ontbrekend filter kan permanente schade aan uw machine
veroorzaken.
• Om het luchtfilter te reinigen moet u het filterdeksel (10) verwijderen.
Daarvoor moet u de twee grote schroeven aan de voorzijde uitdraaien.
U heeft nu toegang tot het filterelement. Het filterelement is de
schuimlaag in het midden van de behuizing. Het element kan gereinigd
worden met zeepsop. Zodra het schoon is moet het grondig drogen en
opnieuw met normale machineolie behandeld worden. Knijp het teveel
aan olie eruit, voordat u het terugplaatst, om te voorkomen dat de
generator rook uitstoot bij de start.
• Monteren zoals bovenstaand.
Bougie
• De bougie moet regelmatig gecontroleerd worden om slechte prestaties
of schade aan uw machine te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de generator gestopt is en genoeg tijd heeft gekregen om
volledig af te koelen.
• Verwijder de bougiekabel (14) en draai de bougie los met de
meegeleverde bougiesleutel.
• De bougie kan nu worden verwijderd. De tip van de bougie moet
lichtbruin zijn en de contactafstand moet tussen 0.7 en 0.8 mm
bedragen. Naar behoefte aanpassen. Indien de bougie beschadigd is,
inductief (bijv.
motoren,
koelkasten,
magnetrons)
0.4 – 0.75
400-750W