▪
Plaats nooit het insteekgereedschap (boor) op het werkstuk voordat u het
apparaat inschakelt.
▪
Controleer voor het begin van de werkzaamheden of er voldoende ruimte
onder het werkstuk is voor het insteekgereedschap.
▪
Druk niet op het apparaat: Dit zal de levensduur verkorten.
▪
Gereedschap wordt tijdens het gebruik heet.
▪
Laat ze afkoelen voordat je ze aanraakt.
▪
Verwijder nooit spanen of schroot in de buurt van het insteekgereedschap
met uw handen.
▪
Als u tijdens het gebruik van de boorschroevendraaier wordt onderbroken,
voltooi dan de operatie die u hebt gestart en schakel de stroom uit voordat
u opkijkt.
▪
Gebruik indien mogelijk klemmen of een bankschroef om het werkstuk
stevig vast te zetten.
▪
Controleer de boorkop regelmatig op tekenen van slijtage en
beschadiging. Laat defecte onderdelen repareren of vervangen door een
erkende werkplaats.
▪
Wacht altijd tot het insteekgereedschap volledig tot stilstand is gekomen
voordat u het apparaat neerzet.
▪
Controleer alle schroeven, moeren en andere bevestigingsmiddelen met
regelmatige tussenpozen op dichtheid en draai ze indien nodig vast.
32