Westfalia 60 04 74 Instructions Originales page 31

om blootstelling van het lichaam, blokkeren van het blad of verlies van controle
te minimaliseren.
▪
Houd de machine bij geïsoleerde grijpvlakken vast wanneer u een bewerking
uitvoert waarbij de snijmachine in contact kan komen met verborgen bedrading.
Contact met een "stroomvoerende" draad zal ook blootliggende metalen
onderdelen van de motor "stroomvoerend" maken en de bediener een schok
geven.
▪
Gebruik altijd zaagbladen met de juiste grootte en vorm van de asgaten.
Zaagbladen die niet overeenkomen met de montagehardware van de zaag zullen
excentrisch lopen, wat tot controleverlies kan leiden.
▪
Gebruik nooit beschadigde of onjuiste bladringen of bouten. De bladringen en
bouten zijn speciaal ontworpen voor uw zaag, voor optimale prestaties en een
veilige werking.
▪
Controleer voor elk gebruik of de beschermkap goed sluit. Gebruik de zaag niet
als de beschermkap niet vrij kan bewegen en het zaagblad niet onmiddellijk
omsluit. Klem of bind de beschermkap nooit vast als het zaagblad blootligt. Als de
zaag per ongeluk valt, kan de beschermkap worden verbogen. Controleer of de
beschermkap vrij beweegt en het zaagblad of andere onderdelen niet raakt, in alle
hoeken en op alle diepten van de zaagsnede.
▪
Controleer de werking en de staat van de terughaalveer van de beschermkap. Als
de beschermkap en de veer niet goed werken, moeten ze worden onderhouden
voor gebruik. De beschermer kan traag werken door beschadigde onderdelen,
kleverige afzettingen of een opeenhoping van vuil.
Werken met boormachines:
▪
Gebruik bij het gebruik van het apparaat een veiligheidsbril en
gehoorbescherming. Als de werking van het apparaat ongemak of pijn
veroorzaakt, stop dan onmiddellijk met het werk en onderzoek de
oorzaak.
▪
Gooi onnodig verpakkingsmateriaal weg of bewaar het op een plaats die
niet toegankelijk is voor kinderen. Er bestaat verstikkingsgevaar!
▪
Personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale vaardigheden
mogen het apparaat niet gebruiken tenzij ze onder toezicht staan van en
geïnstrueerd worden door een begeleider.
▪
Acculaders zijn alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis. Zorg ervoor dat
de voeding en de lader altijd beschermd zijn tegen vocht.
▪
Gebruik metaal- en spanningsdetectoren om verborgen stroom-, water- en
gasleidingen te lokaliseren. Raak geen onder spanning staande
componenten of geleiders aan.
▪
Zorg ervoor dat het werkgebied voldoende verlicht is.
▪
Zorg ervoor dat de boor goed vastzit in de boorhouder. Losse
inleggereedschappen kunnen uit het apparaat worden geworpen en
vormen een gevaar voor de veiligheid.
31