Achterkant
Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)-knop (1): Druk op deze knop om eenvoudig draadloze beveiliging te
configureren op netwerkapparaten die WPS ondersteunen. Het voedingslampje op de voorkant van
de router zal wit branden tijdens de WPS-koppeling.
Resetknop (2): Houd deze knop ongeveer tien seconden ingedrukt tot het voedingslampje gaat
knipperen, om de fabrieksinstellingen van de router te herstellen.
Ethernet-poorten (3): Op deze Gigabit Ethernet (10/100/1000)-poorten sluit u Ethernet-kabels (ook
wel netwerk- of internetkabels genoemd) aan om andere apparaten via een kabel met uw netwerk te
verbinden. Als u van plan bent om deze router als de hoofdnode binnen een EasyMesh WiFi-systeem
te gebruiken, kunt u ervoor kiezen om de secundaire nodes draadloos of via deze poorten te
verbinden.
Internetpoort (4): Sluit uw modem met behulp van een Ethernet-kabel aan op deze poort. Het
internetstatuslampje aan de voorkant van de router zal wit worden als de router verbonden is met een
modem met een internetverbinding. Als u van plan bent om deze router als een secundaire node binnen
een EasyMesh WiFi-systeem te gebruiken, kunt u ervoor kiezen om deze draadloos of via een Ethernet-
kabel met een geïnstalleerde hoofdnode te verbinden.
Opmerking: Ga naar Basic Wireless Settings (Basisinstellingen WLAN) voor meer informatie over het
toevoegen van een secundaire node aan een EasyMesh-systeem – draadloos of met een kabel.
USB 2.0-poort (5): Sluit een USB-station aan om dit te delen op uw netwerk.
Voedingsaansluiting (6): Sluit de meegeleverde netvoedingsadapter hierop aan.
Aan/uit-schakelaar (7): Druk op | (ON) (AAN) om de router aan te zetten.
4