Onderhoudsschema
Transmissie, be-
Controleer de koelventilator van de transmissie.
dieningselementen
Verwijder de wielen en smeer de assen.
en aandrijfsysteem
Controleer of het product niet gaat rijden als de
pedalen in de neutrale positie staan.
Controleer vooruit- en achteruitrijden op verschillen-
de snelheden.
Controleer de schakelaar voor de bladinschakel-
ingsregeling.
Controleer de schakelaar voor de maaihoogtehen-
del.
Controleer de schakelaars voor het pedaal voor
vooruitrijden en het pedaal voor achteruitrijden.
Controleer de parkeerrem.
Controleer de dodemansregeling (OPC).
Snijuitrusting
Reinig het maaidek, onder de riemafdekkingen en
onder het maaidek.
Controleer of het maaidek correct is uitgelijnd. Stel
het maaidek zo nodig af.
Controleer de riem van het maaidek op slijtage en
beschadiging.
Controleer de bladen op slijtage en beschadiging.
Slijp of vervang de bladen indien nodig.
Controleer de bladremmen (indien uitgerust).
Grasopvangbak
Controleer de grasopvangbak en de schakelaars
(alleen TC-model-
voor de grasopvangbak.
len)
Smeerschema
A
A
A
102
A. Algemene smering. Smeer de spilaansluiting en de
tanden van het sectortandwiel en de stuurkolom.
B. Motorsmering. Raadpleeg
A
controleren op pagina 105 .
Product reinigen
A
B
Reinig het product direct na gebruik.
•
Reinig geen hete oppervlakken zoals de motor, de
uitlaatdemper en het uitlaatsysteem. Wacht tot de
oppervlakken zijn afgekoeld en verwijder daarna
gras of vuil.
Voor elk ge-
bruik/wekelijks
X
X
X
Het motoroliepeil
OPGELET:
Gebruik geen
hogedrukspuit of stoomreiniger. Water kan
in lagers en elektrische aansluitingen
dringen en corrosie veroorzaken die tot
schade aan het product kan leiden.
2199 - 002 - 20.02.2024
Om de 50 uur of
jaarlijks
X
O
X
O
X
X
X
X
X
O
X
O
X