Storing
Het apparaat borrelt,
zoemt of gorgelt of
klikt.
Apparaat produceert
geluiden.
Oorzaak en probleemoplossing
Geen storing. Een motor draait, bijv. koelaggregaat,
ventilator. Er stroomt koudemiddel door de buizen.
Motor, schakelaars of magneetventielen schakelen in-
of uit.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Het apparaat staat niet waterpas.
Stel het apparaat horizontaal met behulp van een
▶
waterpas en de stelvoeten.
Apparaat is niet vrijstaand.
Houd de minimum afstanden van het apparaat aan.
▶
Uitrustingsdelen wiebelen of klemmen.
Controleer de uitneembare uitrustingsdelen en zet
▶
ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of containers raken elkaar.
Haal flessen of containers van elkaar.
▶
Supervriezen is ingeschakeld.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Storingen verhelpen nl
101