vormen. Dit kan de werking van het apparaat
beïnvloeden en schade veroorzaken. Wacht
met inschakelen totdat de camera zich heeft
aangepast aan de omgevingstemperatuur.
Het gebruik van een transport- of plastic tas
biedt een zekere mate van bescherming tegen
temperatuurverschillen.
Laat het apparaat niet vallen.
Krachtige schokken door een val of sterke tril-
lingen kunnen storingen veroorzaken. Be-
vestig de camera altijd met de meegeleverde
montageplaat.
Ga voorzichtig om met de lens en alle bewe-
gende onderdelen.
Raak de lens niet aan. Ga voorzichtig om met
de geheugenkaart en de batterijen. Deze on-
derdelen zijn niet bestand tegen zware belas-
tingen.
Verwijder de batterij niet tijdens het verwer-
ken van gegevens.
Wanneer tijdens het vastleggen of verwijde-
ren beeldbestanden op de geheugenkaart
de stroom uitgeschakeld wordt, kan dat ge-
gevensverlies tot gevolg hebben of kunnen
de interne schakeling of het geheugen be-
schadigd raken.
Batterijcontacten schoon houden.
DE
FR
NL
119