Storing
Temperatuurindicatie
(vriesvak) knippert.
Temperatuurindicatie
(vriesvak) knippert,
waarschuwingssignaal
weerklinkt en
brandt.
Temperatuur wijkt erg
af van de instelling.
Het apparaat bromt,
borrelt, zoemt, gorgelt,
klikt, of maakt knakge-
luiden.
Apparaat produceert
geluiden.
Oorzaak en probleemoplossing
Temperatuur in het vriesvak was te hoog.
Druk op
.
1.
a De temperatuurindicatie (vriesvak) geeft kort de
warmste temperatuur weer die in het vriesvak heeft
geheerst. Daarna toont de temperatuurindicatie
(vriesvak) opnieuw de ingestelde temperatuur.
Druk op
.
2.
a De temperatuurindicatie (vriesvak) knippert niet
meer.
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Druk op
.
▶
a Schakel het alarm uit.
Deur van het apparaat is open.
Sluit de deur van het apparaat.
▶
Ventilatieroosters aan de buitenkant zijn afgedekt.
Verwijder blokkades voor de externe ventilatieroos-
▶
ters.
Er zijn grotere hoeveelheden verse levensmiddelen in-
geruimd.
Overschrijd het vriesvermogen niet.
▶
→ "Invriescapaciteit", Pagina 128
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Schakel het apparaat uit. → Pagina 119
1.
Schakel het apparaat na ca. 5 minuten opnieuw in.
2.
→ Pagina 119
Als de temperatuur te hoog is, controleer dan de
‒
temperatuur na een paar uur opnieuw.
Als de temperatuur te laag is, controleer de tem-
‒
peratuur dan de volgende dag opnieuw.
Geen storing. Een motor draait, bijv. koelaggregaat,
ventilator. Er stroomt koudemiddel door de buizen.
Motor, schakelaars of magneetventielen schakelen in-
of uit. Het automatische ontdooisysteem treedt in wer-
king.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Uitrustingsdelen wiebelen of klemmen.
Controleer de uitneembare uitrustingsdelen en zet
▶
ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of containers raken elkaar.
Haal flessen of containers van elkaar.
▶
Supervriezen is ingeschakeld.
Storingen verhelpen nl
133