5. Ergonomie
OPMERKING!
Vermijd verblinding, spiegelingen en te sterke licht-donker-contrasten,
om uw ogen te ontzien.
Het toestel mag niet worden opgesteld in de directe omgeving
van een raam omdat de werkruimte hier overdag zeer fel wordt
verlicht. Deze sterke verlichting bemoeilijkt de aanpassing van
de ogen aan het donkere display. Het toestel moet altijd wor-
den opgesteld in een kijkrichting, parallel aan het venster.
Opstelling van het venster af gericht is niet goed omdat reflec-
ties van het heldere venster in het display dan onvermijdelijk
zijn. Ook opstelling met de kijkrichting naar het venster toe is
niet goed omdat het contrast tussen het donkere beeldscherm
en het felle daglicht kan leiden tot aanpassingsproblemen van
de ogen en andere klachten.
Ook bij gebruik van kunstlicht moet een parallelle opstelling
worden aangehouden.
Dat wil zeggen, bij werken in een ruimte met kunstlicht gelden
in principe dezelfde criteria en overwegingen. Wanneer het van-
wege de indeling van de ruimte niet mogelijk is om het beeld-
scherm op te stellen zoals beschreven, is het misschien mogelijk
om door draaien en kantelen van het notebook/beeldscherm,
verblinding, reflecties, sterke contrasten en dergelijke te vermijden.
Met behulp van jaloezieën of verticale lamellen bij de ramen,
door verplaatsbare wanden of door veranderen van de verlich-
ting is het in veel gevallen mogelijk om de werksituatie te verbe-
teren.
14