9. VERVaNgEN VaN zEkERINgEN
a) Omvormer
Als de zekering van de omvormer doorgeslagen is, moet deze als volgt worden vervangen:
• Schakel de omvormer uit.
• Los de oorzaak voor het doorslaan van de zekering op. Dit kan een aan de verkeerde pool
aangesloten spanningsbron zijn of een aan de omvormer aangesloten verbruiker, waarvan
de vermogensopname te hoog is.
• Trek de defecte voertuigzekering uit de zekeringhouder (aan de achterzijde van de omvor-
mer).
• Plaats een nieuwe voertuigzekering met dezelfde nominale stroom in de zekeringhouder.
Kijk op het opschrift van de zekering of naast de zekeringhouder om te weten welke nomi-
nale stroming nodig is of op het hoofdstuk „Technische gegevens".
• Nu kan de omvormer weer in gebruik worden genomen.
b) aansluitkabel met een sigarettenaansteker
Als de zekering in de sigarettenaansteker doorgeslagen is, moet deze als volgt worden
vervangen:
• Schakel de omvormer uit.
• Trek de sigarettenaansteker uit de overeenkomstige bus.
• Los de oorzaak voor het doorslaan van de zekering op. Dit kan een met de verkeerde pool
verbonden aansluiting zijn of een aan de omvormer aangesloten verbruiker, waarvan de
vermogensopname te hoog is.
• Open de sigarettenaansteker door de kartelmoer aan de stekkerpunt los te schroeven.
• vervang de defecte zekering door een identieke nieuwe zekering. Let op de opdruk op de
zekering of het hoofdstuk „Technische gegevens".
• Schroef de sigarettenaansteker samen en draai de kartelmoer met de hand vast.
• Nu kan de omvormer weer in gebruik worden genomen.
89