c) aan gelijkspanningsbron aansluiten
• Draag geen metalen of geleidende materialen, zoals vb. juwelen (kettingen, arm-
banden, ringen, etc.). Door een kortsluiting aan de accu of de omvormer bestaat
er verwondings-, brand- en explosiegevaar.
• Gebruik een geschikte aansluitkabel met een voldoende grote kabeldiameter.
Bij een te lage kabeldiameter kan de aansluitkabel warm worden. Er bestaat
brandgevaar!
Door zeer sterke oververhitting kan bovendien de isolatie van de aansluitkabel
defect raken waardoor kortsluiting kan ontstaan. Er bestaat explosiegevaar door
de accu!
• Houd de aansluitkabel zo kort mogelijk.
• Hoe langer de aansluitkabel, hoe groter de kabeldiameter moet zijn..
• voor de omvormer aan de gelijkspanningsbron wordt aangesloten, moet deze
worden uitgeschakeld.
• Houd bij de aansluiting van de accu altijd rekening met de juiste polariteit (plus/+
en min/-). De rode klem van de omvormer is de pluspool (+), de zwarte klem is
de minpool (-).
• De omvormer mag nooit rechtstreeks aan een gelijkspanningsbron (vb. een
voertuigaccu) worden aangesloten, maar uitsluitend via een overeenkomstig
grote zekering. Deze zekering moet zo dicht mogelijk bij de gelijkspanningsbron
worden geplaatst.
• Afhankelijk van het uit de omvormer genomen vermogen moet de gelijkspan-
ningsbron (bijvoorbeeld een voertuigaccu) een overeenkomstig hoge stroom
kunnen leveren..
• Controleer regelmatig alle aansluitingen op hun vaste zitting en een goed
elektrisch contact. Hoge overgangsweerstanden verminderen niet alleen het
vermogen van de omvormer,m aar kunnen tot oververhitting en brand leiden.
• De omvormer mag niet met elektrische systemen (vb. een voertuigaccu) worden
verbonden, waarbij de pluspool geaard of aan het chassis van het voertuig
aangesloten is.
78