Télécharger Imprimer la page

emerio SDR-129285 Mode D'emploi page 48

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 24
Opmerking: Figuur 1 en figuur 2 dienen alleen als schematische weergave voor de vrije ruimte die voor het
product nodig is.
Het apparaat waterpas zetten
Als de koelkast niet waterpas staat, zullen de deur en de magnetische dichting verkeerd uitgelijnd zijn en zal de
koelkast niet juist werken. Wanneer het apparaat zich op zijn finale plaats bevindt, pas de stelvoetjes aan de
voorkant aan door ze te draaien.
Reiniging voor gebruik
Veeg de binnenkant van het apparaat schoon met een milde oplossing van zuiveringszout. Spoel vervolgens met
warm water en een vochtige spons of doek. Was de legplank(en) in een warm sopje en veeg ze volledig droog
voordat u alles opnieuw in de koelkast plaatst.
Voordat u het apparaat op de voeding aansluit
Controleer of het stopcontact dat u wilt gebruiken compatibel is met de stekker die met het apparaat is
meegeleverd.
Voordat u het apparaat inschakelt
SCHAKEL HET APPARAAT PAS VIER UUR NA HET VERPLAATSEN VAN HET APPARAAT IN.
De koelvloeistof heeft tijd nodig om te bezinken. Als het apparaat wordt uitgeschakeld, wacht 30 minuten
voordat u het weer inschakelt, zodat de koelvloeistof kan bezinken.
Voordat u uw apparaat gaat vullen
Voordat u voedsel in uw apparaat stopt, schakel de koelkast in en wacht 24 uur om er zeker van te zijn dat het
apparaat juist werkt en de juiste temperatuur heeft bereikt.
START
Testen
Reinig de onderdelen van het apparaat met lauw schoon water en een beetje neutraal schoonmaakmiddel, en
veeg ze vervolgens droog.
Opmerkingen: Elektrische onderdelen van het apparaat kunnen alleen met een droge doek worden
schoongeveegd.
1.
Opmerking: draai de temperatuurregelaar naar stand „4" om het apparaat onder stroom te zetten. De
compressor begint te werken.
2.
Open de deur na 30 minuten. Wanneer de temperatuur in de koelkast duidelijk lager is, geeft dit aan dat
het koelkastsysteem juist werkt.
Temperatuurregelaar
De temperatuur van het apparaat kan worden geregeld door aan de temperatuurregelaar te draaien.
De thermostaat kan tussen 1 en 7 worden ingesteld.
• 1 is de warmste instelling.
• 7 is de koudste instelling.
• Zet de regelaar op OFVF (UIT) om de koelfunctie uit te zetten.
Onder normale bedrijfsomstandigheden (in de lente en de herfst) wordt het aanbevolen om de
temperatuur op 4 in te stellen.
In de zomer, wanneer de omgevingstemperatuur hoog is, wordt het aanbevolen om de temperatuur in te
stellen op 3-4 om de juiste temperatuur te garanderen en de continue werkingstijd van de koelkast te
verkorten; en in de winter, wanneer de omgevingstemperatuur laag is, wordt het aanbevolen om de
temperatuur in te stellen op 5-6 om het regelmatig starten/stoppen van de koelkast te vermijden.
Opmerkingen: De temperaturen kunnen variëren van deze die zijn ingesteld als gevolg van de compressorcycli
en externe omstandigheden.
- 47 -

Publicité

loading