Publicité
1 . Over deze handleiding
1.1 Inleiding
Deze installatiehandleiding geeft een overzicht van de installatie
van bouwonderdelen voor de drainage en ventilatie van platte
daken.
1.2 Geldende documenten
Vóór aanvang van alle werkzaamheden de bijbehorende
documenten raadplegen, lezen en in acht nemen:
o plaatsingsvoorschriften van de betreffende fabrikant van de
dakbedekking en dakdichtingsbanen
o veiligheidsinformatiebladen van de afdichtingsstoffen en
lijmen
o Deskundigenadvies SitaFireguard®
Verder moeten onder meer de volgende normen en richtlijnen
in acht worden genomen: DIN EN 12056-3, DIN 1986-3,
DIN 1986-100, DIN 18531, DIN 18234 , Richtlijn platte daken
2. Veiligheid
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
Onderdelen voor de afvoer en ventilatie van platte daken dienen
uitsluitend voor de afvoer van neerslagwater naar het
bijbehorende afvoersysteem van het gebouw en voor de
ventilatie en het leggen van buizen op gebruikte en ongebruikte
platte daken.o Aan alle aan de montageplaats gestelde eisen
moet zijn voldaan.
o Aan alle aan de montageplaats gestelde eisen moet zijn
voldaan.
o Uitsluitend inbouwen zoals in de inbouwhandleiding
beschreven.
o Dimensioneer het afvoer- en ventilatiesysteem altijd volgens
het berekeningscertificaat.
o Aangesloten buizen zo nodig met passende maatregelen
tegen vorming van dooiwater beschermen.
o Bij bitumenmanchetten scheidingsfolie afvlammen.
o Bitumenbaan bij schroefflensconstructies tot de inlooprand
geleiden en direct op de vaste flens van het afvoerlichaam
vastlassen.
2.2 Foutief gebruik
Waarschuwing!
Gevaar door verkeerd gebruik!
Verkeerd gebruik van de onderdelen kan leiden tot
lekken of zelfs onvoldoende afvoer van het gebouw en
dus tot statische overbelasting.
o Breng nooit ongeoorloofde wijzigingen aan in het
afvoer- en ventilatiesysteem.
o Dakafvoeren nooit in beton verankeren zonder
passende bekleding.
o Bouw nooit over dakafvoeren en ventilator heen.
o Bij bitumineuze afdichtingen:
o Gebruik nooit afdichtkragen.
o De vaste flens van het afvoerlichaam voorlakken
met bitumenvoorstrijk.
o Bedek nooit de naad in het flensgebied.
o Vliesgelamineerde dakbanen nooit invouwen.
o Controleer compatibiliteit van afdichtingen bij
schroefflensconstructies met dakafdichtingsmateriaal.
2.3 Aan personeel gestelde eisen
Waarschuwing!
Gevaar voor ongevallen door onvoldoende
gekwalificeerd personeel.
Als werkzaamheden worden uitgevoerd door
onvoldoende gekwalificeerd personeel, bestaat gevaar
voor ongevallen.
o Laat alle werkzaamheden alleen uitvoeren door per-
sonen
die over de volgende kwalificaties beschikken.
Deskundige persoon
De deskundige persoon is op basis van zijn oplei-
ding en/of meerdere jaren ervaring in staat om de
montage afhankelijk van de installatiesituatie
volgens de voorschriften uit te voeren. Daarnaast
kent hij/zij relevante normen en richtlijnen voor
dakafwatering en dakdichting en volgt hij deze op
en is hij/zij in staat gevaren en installatiefouten
zelfstandig te herkennen en te voorkomen.
2.4 Overige risico's
Vallen
Waarschuwing!
Gevaar voor ongevallen door werken op hoogte.
Bij werkzaamheden op daken, platforms, ladders
of steigers kan door onvoorzichtig handelen een
val worden veroorzaakt.
o Bij alle werkzaamheden op hoogte altijd de
persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
o Altijd met hiervoor bedoelde middelen tegen
vallen beveiligen.
o Bij alle werkzaamheden op stevig staan letten.
o Nooit ver over ladders of borstweringen
leunen.
o Altijd de geldende voorschriften ter
voorkoming van ongevallen opvolgen.
Losse onderdelen
Aanwijzing!
Gevaar voor beschadiging door verkeerde losse
onderdelen.
Gebruik van verkeerde losse onderdelen kan
lekkages en onvoldoende afwatering van het
gebouw en daardoor permanente overbelasting
veroorzaken.
o Uitsluitend door de fabrikant goedgekeurde
losse onderdelen gebruiken.
2.5 Aan de montageplaats gestelde eisen
De montageplaats moet aan de volgende eisen voldoen:
o De montageplaats moet voldoende worden afgezet.
o De montageplaats moet schoon en droog zijn.
o Doorbrekingen met versterkingsplaten aan de statische
eisen aanpassen.
2.6 Persoonlijke beschermingsmiddelen
De hierna genoemde beschermingsmiddelen altijd paraat
hebben en dragen.
Veiligheidshelm
Valbeveiliging
Gehoor-
bescherming
10
Beschermende
handschoenen
Beschermende
werkkleding
Veiligheidsbril
Publicité
