F
GB
D
E
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING
Tijdens het gebruik van accu gevoed gereedschap
moet u altijd de elementaire veiligheidsvoorschriften
in acht nemen om gevaar voor brand, lichamelijk
letsel en lekkende accuvloeistof te beperken.
Lees al deze voorschriften geheel door voordat u
dit apparaat gaat gebruiken en bewaar ze om ze
ook later te kunnen inzien.
Zorg dat uw werkruimte opgeruimd en goed
■
verlicht is. Rommelige en donkere werkplekken
werken ongelukken in de hand.
Houd rekening met uw werkomgeving. Stel uw
■
gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik uw elektrisch
gereedschap niet op natte of zeer vochtige plaatsen.
Gebruik elektrisch gereedschap nooit op plekken waar
gevaar bestaat voor brand of elektrische schokken.
Gebruik elektrisch gereedschap nooit in een
■
explosieve atmosfeer, bijvoorbeeld in de buurt van
ontvlambare vloeistoffen, gassen of stofdeeltjes.
Door de vonken van elektrisch gereedschap kunnen
deze in brand raken of ontploffen.
Houd kinderen en omstanders op afstand als u
■
elektrische gereedschap gebruikt. Zij zouden u
kunnen afleiden, waardoor u de macht over het
gereedschap verliest.
Blijf waakzaam. Kijk goed naar wat u doet en
■
gebruik uw gezonde verstand als u een elektrisch
apparaat gebruikt. Gebruik uw gereedschap nooit
wanneer u moe bent. Gebruik het apparaat nooit
wanneer u onder invloed bent van drank of drugs,
of wanneer u medicijnen gebruikt. Vergeet niet dat
een seconde onoplettendheid voldoende is om
ernstig letsel te veroorzaken.
Draag geschikte kleding. Draag geen wijde
■
kleding of sieraden die in de bewegende delen
beklemd kunnen raken. Als u lang haar hebt,
bescherm dit dan door een hoofdbedekking te
dragen.
Houd het laadapparaat in goede staat. Til uw
■
laadapparaat nooit op aan het netsnoer en probeer
niet de stekker uit het stopcontact te halen door aan
het laadapparaat of aan het snoer te trekken. Houd het
snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie en
scherpe randen.
Zorg dat het werkstuk stevig op zijn plaats wordt
■
gehouden. Gebruik klemmen of een bankschroef om
het werkstuk vast te zetten. Dit geeft meer zekerheid
dan wanneer u dit met uw hand doet; bovendien houdt u
zo twee handen vrij om uw gereedschap te gebruiken.
NL
I
P
S
DK
N
FIN
GR
Nederlands
Houd uw apparaat in goede staat van werking.
■
Houd uw gereedschap scherp en schoon voor betere
resultaten en optimale veiligheid. Smeer de
accessoires en verwissel ze overeenkomstig de
gebruiksaanwijzingen. Controleer regelmatig de
goede staat van uw gereedschap en als het
beschadigd is, laat het dan repareren door een ter
zake kundig technicus in een Erkend Ryobi
Servicecentrum. Zorg dat de handgrepen altijd droog,
schoon en vrij van olie of vet zijn.
Controleer of geen enkel onderdeel beschadigd is.
■
Controleer, voordat u doorgaat met het gebruiken
van uw gereedschap, of een eventueel beschadigd
onderdeel kan blijven werken of zijn functie kan
blijven vervullen. Controleer de uitlijning van de
bewegende delen. Controleer of er geen
onderdelen gebroken zijn. Controleer de montage
en alle andere elementen die de goede werking
van het gereedschap kunnen beïnvloeden.
Wanneer er een beschermkap of ander onderdeel
beschadigd is, moet dit door een erkend Ryobi
servicecentrum worden gerepareerd of vervangen,
tenzij anders vermeld in deze gebruikershandleiding.
Laat een defecte schakelaar vervangen door een
erkend Ryobi servicecentrum. Gebruik het apparaat niet
als u het niet met de schakelaar aan en uit kunt zetten.
Zorg dat het apparaat niet ongewild in werking
■
kan treden. Zorg dat de schakelaar op "UIT" staat
of geblokkeerd is voordat u de accu plaatst.
U loopt het risico ongelukken te veroorzaken als u de
machine verplaatst terwijl u uw vinger op de
schakelaar hebt of als u de accu inzet terwijl de
schakelaar op "AAN" staat.
Zorg dat u altijd uw evenwicht goed kunt bewaren.
■
Ga altijd stevig op uw benen staan en reik met uw
armen niet te ver weg. Door een stabiele werkpositie
bent u beter in staat om uw gereedschap in bedwang
te houden als er iets onverwachts gebeurt. Gebruik
uw machine niet terwijl u op een ladder of op een
andere onstabiele ondergrond staat.
Draag de voorgeschreven veiligheidsuitrusting.
■
Bescherm altijd uw ogen. Draag tevens een
stofmasker, schoenen met antislipzolen, een veiligheids-
helm of gehoorbeschermers als dat vereist is.
U mag gereedschap niet overbelasten. Gebruik
■
een apparaat dat geschikt is voor het werk dat u
gaat doen. Uw gereedschap zal veiliger en zekerder
werken als u het gebruikt op het toerental waarvoor
het berekend is.
26
RO
H
CZ
RUS
HR
PL
SLO
TR