2. Zwenk de steunvoet terug.
6.1.2
Steunvoet uitklappen
ATTENTIE
Gevaar voor beknelling! Bij het in- en uitklappen van de steunvoet bestaat het gevaar, dat de vingers
tussen de steunvoet en de behuizing bekneld raken.
▶ Houd de schiethamer bij het in- en uitklappen van de steunvoet vast aan de handgreep.
1. Zwenk de steunvoet naar voren.
2. Druk van onderaf tegen de steunvoet om hem in de uitgeklapte positie te vergrendelen.
6.2
Bluetooth (optioneel) uitschakelen
▶ Druk de schiethamer gedurende 10 seconden op de ondergrond.
▶ Na 6 seconden wordt het veerelement hoorbaar ontspannen (houd de schiethamer nog 4 seconden
aangedrukt).
▶ Statusindicatie knippert 3 maal blauw.
▶ Motorgeluid klinkt 3 maal.
▶ Er is geen gegevensoverdracht meer mogelijk.
Wanneer u zich in een kwetsbare omgeving bevindt (bijvoorbeeld een ziekenhuis) waar geen
Bluetooth is toegestaan, kunt u Bluetooth deactiveren.
Om Bluetooth weer in te schakelen, de accu verwijderen en opnieuw aanbrengen.
6.3
Schiethamer inschakelen/uitschakelen
6.3.1
Schiethamer inschakelen
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel! Als de schiethamer tegen een lichaamsdeel wordt gedrukt, kan door per abuis activeren
van een indrijving ernstig letsel ontstaan.
▶ Druk de schiethamer niet tegen uw hand of een ander lichaamsdeel.
1. Vul bij magazijngebruik het magazijn.
2. Breng de accu aan.
▶ Statusindicatie knippert langzaam groen.
Bij het gebruik met afnemende accuprestaties schakelt de schiethamer uit voordat er schade aan
de accucellen kan ontstaan.
3. Druk de schiethamer om in te schakelen tegen een geschikte ondergrond.
▶ Schiethamer wordt gespannen.
▶ De statusindicatie brandt groen.
6.3.2
Schiethamer uitschakelen
▶ Verwijder de accu.
▶ Het veerelement wordt hoorbaar ontspannen en de statusindicatie dooft.
Na 6 minuten genereert de schiethamer een motorgeluid als indicatie dat de schiethamer op het
punt staat uit te schakelen. Na de indicatie schakelt de schiethamer automatisch uit.
6.4
Nagel indrijven
6
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door doorslaande bevestigingselementen!
▶ Controleer vóór het indrijven van bevestigingselementen dat er zich niemand achter of onder het
onderdeel bevindt waarin het bevestigingselement wordt ingedreven.
*2268212*
50
49
49
2268212
Nederlands
51