Als het programma is voltooid, gaat lampje
uit.
11.2 Interne reiniging
• Reinig de binnenkant van het apparaat
met een zachte, vochtige doek.
• Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, scherpe voorwerpen,
sterke chemicaliën, pannensponsjes of
oplosmiddelen.
• Veeg de deur, inclusief de rubberen
pakking, eenmaal per week schoon.
• Gebruik om de prestaties van uw apparaat
te onderhouden minstens elke twee
maanden een reinigingsproduct dat
specifiek is ontwikkeld voor vaatwassers.
Volg de instructies op de verpakking van
de producten zorgvuldig op.
• Start voor optimale schoonmaakresultaten
het programma Machine Care.
11.3 Vreemde voorwerpen
verwijderen
Controleer de filters en de opvangbak na elk
gebruik van de vaatwasser. Vreemde
voorwerpen (zoals stukjes glas, plastic,
botten of tandenstokers ) verminderen de
reinigingsprestaties en kunnen schade aan
de afvoerpomp veroorzaken.
LET OP!
Als u de voorwerpen niet kunt
verwijderen, neemt u contact op met een
erkende servicedienst.
1. Demonteer het filtersysteem volgens de
instructies in dit hoofdstuk.
2. Verwijder eventuele vreemde voorwerpen
handmatig.
3. Monteer de filters opnieuw volgens de
instructies in dit hoofdstuk.
11.4 Buitenkant reinigen
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek.
• Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen.
• Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes of oplosmiddelen.
11.5 De filters reinigen
Het filtersysteem bestaat uit 3 delen.
C
B
A
1. Draai de filter (B) linksom en verwijder
die.
2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B).
3. Verwijder de platte filter (A).
4. Was de filters.
NEDERLANDS
23