BEDIENING
Functies combimagnetron
Druk op de 'Aan/Uit'-toets om de magnetronfunctie te activeren.
1.
▷
Op het display knippert nu '01:00' en u krijgt hier ook het magnetronpictogram te zien.
2.
Draai de keuzeknop twee standen naar rechts.
Het pictogram 'Hete lucht' begint te knipperen. De pictogrammen 'Tijd', 'Temperatuur'
▷
en 'Oven' verschijnen op het display.
3.
Draai de keuzeknop naar rechts om een bepaalde functie te selecteren (zie het hoofdstuk
'Ovenfuncties').
▷
Zodra de pictogrammen niet meer knipperen, is de geselecteerde functie geactiveerd.
U kunt één stap teruggaan door de keuzeknop één stand naar links te draaien.
U kunt het vermogen, de tijd en/of de temperatuur in iedere modus aanpassen.
▷
4.
Druk op de 'Vermogen/Gewicht'-toets, de 'Klok'-toets of de 'Temperatuur/Automatisch
programma'-toets.
▷
De pictogrammen 'Vermogen', 'Tijd' of 'Temperatuur' beginnen te knipperen.
Door aan de keuzeknop te draaien, kunt u het gewenste vermogen (100, 300 of
▷
500 W), de tijd en/of de temperatuur instellen.
Druk nogmaals op de 'Vermogen/Gewicht'-toets, de 'Klok'-toets of de
▷
'Temperatuur/Automatisch programma'-toets om de instelling te bevestigen.
Het instellen van het vermogen, de tijd en de temperatuur hangt af van de door u
geselecteerde functie.
5.
Druk op de 'Start/Pauze'-toets om het bereidingsproces te starten.
Wanneer het bereidingsproces is afgerond hoort u vijf piepsignalen. De ventilator blijft
▷
nog enige tijd draaien en stopt dan vanzelf.
Als u niet op de 'Start/Pauze'-toets drukt, wordt de combimagnetronoven automatisch na 15
minuten uitgeschakeld.
NL 19