13.3 De dooiwatergoot en het af-
voergat reinigen.................... 110
13.4 Onderdelen eruit halen......... 110
13.5 Apparaatonderdelen de-
monteren .............................. 110
14 Storingen verhelpen .............. 111
14.1 Stroomuitval.......................... 114
14.2 Apparaatzelftest uitvoeren.... 114
15 Opslaan en afvoeren.............. 114
15.1 Apparaat buiten gebruik
stellen ................................... 114
15.2 Afvoeren van uw oude ap-
paraat ................................... 115
16 Servicedienst.......................... 115
16.1 Productnummer (E-nr.) en
productienummer (FD) ......... 116
17 Technische gegevens............ 116
nl
91