niet afneembare afdekking aanwezig is. Er
mogen geen vonken wegspringen.
▶ Om warmteophoping te voorkomen dienen
de voorgeschreven veiligheidsafstanden te
worden aangehouden.
▶ Houd de informatie van uw kookapparaten
aan. Wanneer er in de installatie-instructies
van de kookapparaten een afwijkende af-
stand staat, altijd de grootste afstand in
acht nemen. Wanneer gaskooktoestellen
en elektrische kooktoestellen samen wor-
den gebruikt, dan geldt de grootste aange-
geven afstand.
▶ Het apparaat slechts aan één zijde direct
naast een hoge kast, tegen een bovenkast
of tegen een wand installeren. De afstand
tot de hoge kast, een bovenkast of de
wand moet minstens 50 mm bedragen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen
scherpe randen hebben.
▶ Draag veiligheidshandschoenen.
Is het toestel niet naar behoren bevestigd,
dan kan het naar beneden vallen.
▶ Alle bevestigingsschroeven moeten vast
worden gemonteerd.
Gevaar voor letsel door glassplinters.
▶ De filterafdekking tegen stoten bescher-
men.
▶ De filterbescherming niet laten vallen.
▶ Bij de montage een veiligheidsbril dragen.
Het toestel is zwaar.
▶ Om het apparaat te bewegen, zijn 2 perso-
nen vereist.
▶ Alleen geschikte hulpmiddelen gebruiken.
Het toestel is zwaar.
▶ Het apparaat mag niet direct in gipskarton-
platen of gelijksoortig licht bouwmateriaal
worden gemonteerd.
▶ Voor een juiste montage dient u materiaal
te gebruiken dat voldoende stabiel en aan-
gepast is aan de bouwkundige situatie en
het gewicht van het materiaal.
Wijzigingen aan de elektrische of mechani-
sche opbouw zijn gevaarlijk en kunnen leiden
tot functiestoringen.
▶ Geen wijzigingen aan de elektrische of me-
chanische opbouw aanbrengen.
Verwondingsgevaar bij het openen en sluiten
van de scharnieren.
▶ Niet in het bewegende gedeelte van de
scharnieren grijpen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische
schok!
Scherpe componenten binnen het apparaat
kunnen de aansluitkabel beschadigen.
▶ De aansluitkabel niet knikken of inklem-
men.
Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
▶ Het apparaat uitsluitend aansluiten en ge-
bruiken volgens de gegevens op het type-
plaatje.
▶ Het apparaat uitsluitend via een volgens de
voorschriften geïnstalleerd stopcontact met
randaarde op een stroomnet met wissel-
stroom aansluiten.
▶ Het randaardesysteem van de elektrische
huisinstallatie moet conform de elektrotech-
nische voorschriften zijn geïnstalleerd.
▶ Nooit het apparaat via een externe schakel-
inrichting voeden, bijvoorbeeld een tijd-
schakelaar of besturing op afstand.
▶ Als het apparaat is ingebouwd, moet de
stekker van het netsnoer vrij toegankelijk
zijn. Als de vrije toegang niet mogelijk is,
moet in de vast geplaatste elektrische in-
stallatie een alpolige scheidingsinrichting
volgens de voorwaarden van de overspan-
ningscategorie III en volgens de installatie-
voorschriften worden ingebouwd.
▶ Bij het opstellen van het apparaat erop let-
ten dat het netsnoer niet wordt afgeklemd
of beschadigd.
13.5 Aanwijzingen voor de elektrische
aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Het apparaat moet op elk gewenst moment van de
stroom kunnen worden afgesloten. Het mag alleen op
een geaarde contactdoos worden aangesloten die vol-
gens de voorschriften is geïnstalleerd.
De netstekker van de netaansluitkabel moet na de
▶
inbouw van het apparaat vrij toegankelijk zijn.
Is dit niet mogelijk, dan moet in de vast geplaatste
▶
elektrische installatie een alpolige scheidingsinrich-
ting volgens de voorwaarden van de overspannings-
categorie III en volgens de opbouwvoorschriften
worden ingebouwd.
De vaste aansluiting mag alleen door een elektricien
▶
worden aangelegd. Wij adviseren een aardlekscha-
kelaar (FI-schakelaar) in de stroomkring naar het
apparaat te installeren.
Scherpe componenten binnen het apparaat kunnen de
aansluitkabel beschadigen.
De aansluitkabel niet knikken of inklemmen.
▶
Montagehandleiding nl
55