4. Deel: GEBRUIK VAN UW KOOKPLAAT
Bediening van de branders
De knop heeft 3 standen: Uit (0), max (grote vlamsymbool) en min (kleine vlamsymbool).
Na het o ntsteken van de br ander i n de ma x. pos itie: U k unt de vl amgrootte aa npassen
tussen max. en min. standen. Bedien de branders niet als de knop tussen de max. en uit
positie
staat.
Voer ee n visu ele co ntrole u it van de vlam na de o ntsteking. Als u een gele tip ziet, een
getilde of onstabiele vlam, draait u de gast oevoer uit en u controleert de montage van de
branderdoppen en kro nen. Controleer ook of er ge en vloeistof in d e bran der cu ps is
gestroomd. Als de bra nders per ongeluk uitgaan, schakelt u de branders uit, u ventileert d e
keuken met v erse lucht en u m ag niet opnieuw proberen ontstek en g edurende 90
seconden.
Als u de brander uitschakelt, draait u de brander met de wijzers van de klok zodat de
knop de "0" stand
aanwijst.
Uw ko okplaat is v
oorzien van bra nders van versch illende afm etingen. De me est
economische wijze om gas t e gebr uiken is de gas brander te selectere n met de corre cte
afmeting voor uw braadpan en de vl am op een minimum te dra aien zodra het ko okpunt is
bereikt. Het wordt aanbevolen de pan steeds af te
dekken.
Voor een optimale prestatie van de hoofdbranders moet u potten en pannen gebruiken met
de volgende diameters van de vlakke bodems. Het gebruik van kleinere potten en pannen
dan de hieronder vermelde minimum afmetingen leidt tot
energieverlies.
Snelle Brander: 22-26cm
Gemiddelde brander: 14-22cm
Secundaire brander: 12-18cm
PANTYPES
Let erop pannen met correcte afmetingen te gebruiken. Gebruik geen te kleine of te grote
pannen voor de gebruikte kookzone. Zorg ervoor dat de bodems van de pannen vlak zijn
(niet afgerond) en stabiel op de kookzone staan. Zie onderstaand
schema.
verbeter
vals
verbeter
Wanneer u de branders gedurende een lange periode niet gebruikt, moet u de
gastoevoerklep steeds uitschakelen.
18
17
15