5.
Tirar la empuñadura del arrancador (V) de retroceso
rápidamente. No soltar de golpe la cuerda del arranca-
dor.
6.
Cuando el motor arranca, soltar la empuñadura del
arrancador de retroceso y mover lentamente el mando
del obturador hasta la posición "OFF".
Dejar que el motor se caliente por algunos minutos. El mo-
tor no proporcionará la plena potencia hasta que no haya
alcanzado la temperatura normal de funcionamiento
PUESTA EN MARCHA CON EL MOTOR CALIENTE –
ARRANCADOR DE RETROCESO
Seguir los pasos descritos arriba, manteniendo el mando del
obturador (E) en la posición "OFF". NO pulsar el cebador (T).
Antes de parar
Hacer funcionar el motor por algunos minutos para ayudar
a secar toda humedad del motor.
Si el arrancador de retroceso se ha
congelado
Si el arrancador de retroceso se ha congelado y no pone en
marcha el motor, hacer lo siguiente:
1.
Coger la empuñadura del arrancador de retroceso y
tirar lentamente cuanta más cuerda sea posible fuera
del arrancador.
2.
Soltar la empuñadura del arrancador de retroceso y
dejarla ir contra el arrancador.
Si aun así el motor no arranca, repetir los pasos descritos
arriba o utilizar el arrancador eléctrico.
De motor starten
•
Zorg dat de afsluitklep van de brandstoftank op "OPEN"
staat.
Uw sneeuwruimer is uitgerust met zowel een 220-Volt-wissel-
stroomstarter als een terugloopstarter. De elektrische starter
is uitgerust met een drieleiderstroomkabel en -stekker en is
ontworpen voor 220-Volt-wisselstroom voor huishoudens.
•
Controleer of uw huis op 220-Volt-wisselstroom werkt
en een geaard drieleidersysteem heeft. Raadpleeg bij
onzekerheid een gekwalificeerde elektricien.
WAARSCHUWING: Maak geen gebruik van de
elektrische startmotor als uw huis niet op 220-Volt-
wisselstroom werkt en geen geaard drieleiderssys-
teem heeft. Ernstige persoonlijke verwondingen
of schade aan uw sneeuwruimer kan het resultaat
zijn.
KOUDE START - ELEKTRISCHE STARTMOTOR
1.
Steek de veiligheidscontactsleutel (D) (Bevestigd aan
startkoord) in het contactslot tot u een klik hoort. Draai
de sleutel NIET om. Berg de reservesleutel op een
veilige plaats op.
2.
Zet de smoorregeling (C) op "FAST".
3.
Draai de chokeregeling (E) naar "FULL ".
4.
Verbind de stroomkabels met de motor (S).
5.
Steek het andere einde van de stroomkabel in een
gea-arde drieleiderstekker, die op 220-Volt wisselstroom
werkt.
N.B.: Gebruik niet het ontstekingspatroon (T) als u de motor
met elektrische startmotor start.
6.
Druk de startknop (U) in totdat de motor start.
BELANGRIJK: Zwengel de motor niet meer dan vijf achter-
eenvolgende seconden aan tussen elke startpoging. Wacht
5 tot 10 seconden tussen elke poging.
7.
Als de motor start, laat dan de startknop los en draai de
choke langzaam naar "OFF".
8.
Trek de stroomkabel eerst uit het stopcontact, dan pas
uit de motor.
Laat de motor eerst een paar minuten warmdraaien. De
motor zal pas op volle kracht komen nadat hij een normale
werkingstemperatuur heeft bereikt.
WARME START - ELEKTRISCHE STARTMOTOR
Volg de stappen, zoals hierboven beschreven, maar houd
de chokeregeling (E) op "OFF".
KOUDE START - TERUGLOOPSTARTER
1.
Steek de veiligheidscontactsleutel (D) (Bevestigd aan
startkoord) in het contact totdat u een klik hoort. Draai
de sleutel NIET om. Berg de reservesleutel op een
veilige plaats op.
2.
Zet de smoorregeling (C) op "FAST".
3.
Draai de chokeregeling (E) naar "FULL ".
4.
Druk het ontstekingspatroon (T) vier (4) keer in als de
temperatuur onder –10°C (15°F) is of twee (2) keer
als de temperatuur tussen de –10°C & 10°C (15°F &
50°F) is. Als de temperatuur boven de 10°C (50°F) is,
is ontsteking niet nodig.
N.B.: Door te veel injectie, kan de motor "verzuipen". De
motor wil dan niet starten. Als de motor "verzuipt", wacht
een paar minuten voordat u de motor opnieuw probeert te
starten en druk NIET op het ontstekingspatroon.
5.
Trek snel aan de handgreep van de terugloopstarter
(V). Laat de kabel van de starter niet terugschieten.
6.
Als de motor start, laat dan de handgreep van de teru-
gloopstarter los en draai de chokeregeling langzaam
naar "OFF".
Laat de motor eerst een paar minuten warmdraaien. De
motor zal pas op volle kracht komen nadat hij een normale
werkingstemperatuur heeft bereikt.
WARME START - TERUGLOOPSTARTER
Volg de stappen, zoals hierboven beschreven, maar houd
de choke (E) op "OFF". Druk het ontstekingspatroon NIET
in.
Voordat u stopt
Laat de motor nog een paar minuten draaien om het vocht
in de motor te laten drogen.
Als de terugloopstarter is bevroren
Als de terugloopstarter is bevroren en de motor niet wil doen
starten, ga dan als volgt te werk:
1.
Pak de handgreep van de terugstarter en trek langzaam
zo veel mogelijk touw uit.
2.
Laat de handgreep los en laat het touw in de starter
terugschieten.
Als de motor nog steeds niet wil starten, herhaal de boven-
beschreven stappen of gebruik de elektrische startmotor.
Avviare il motore
•
Assicurarsi che la valvola di arresto del combustibile
(F) si trovi in posizione OPEN.
Il motore del vostro spazzaneve è equipaggiato sia con un
motorino elettrico di avviamento a 220 Volt C.A., sia con un
motorino di avviamento a strappo. Il motorino di avviamento
elettrico è dotato di cavo di alimentazione tribolare e di una
presa ed è progettato per lavorare con corrente domestica
a 220 Volt C.A.
•
Assicuratevi che il vostro impianto elettrico domestico
sia tribolare, a 220 Volt C.A. e dotato di messa a terra. In
caso di dubbio, rivolgetevi ad un elettricista esperto.
PERICOLO: Non utilizzare il motorino elettrico di
avviamento se non siete sicuri che il vostro impi-
anto elettrico sia tribolare, a 220 Volt C.A. e dotato
di messa a terra. Ne potrebbero conseguire gravi
lesioni personali e danni per la macchina.
37