4.1.1 Uitpakken
1. Open de verpakking voorzichtig, let
erop geen onderdelen te verliezen.
2. Raadpleeg de documentatie in de doos,
inclusief deze gebruiksaanwijzingen.
3. Haal alle onderdelen die niet
gemonteerd zijn uit de doos.
4. Haal de sneeuwruimer uit de doos.
5. Voer de doos en de verpakkingen af
volgens de plaatselijke normen.
4.2 MONTAGE VAN DE STEEL
1. Verbind de bedienkabel van de
toevoerschroef aan de steel (afb. 5.A)
2. Plaats de pijpen van de steel
(afb. 3.C) op de onderste pijp
3. Bevestig de delen van de steel met
de schroeven (afb. 3.A) en de knopjes
(afb. 3.B), en zorg ervoor dat de
afstandhouder geplaatst is (afb. 3.D)
4. Klem de knoppen degelijk vast (afb. 3.B).
4.3 MONTAGE GLIJVLAK
1. De 3 schroeven (afb. 3.E) en de knoppen
(afb. 3.F) zijn gemonteerd op de
bevestigingsring van het glijvlak (afb. 3.G).
2. Plaats het uitlaatglijvlak (afb. 3.J)
op de sneeuwruimer.
3. Plaats de drie schroeven
(afb. 3.E) en de moeren (afb. 3.F)
zoals aangegeven op afbeelding 3.
4. Klem de schroeven vast met de knoppen.
5. BEDIENINGSELEMENTEN
5.1 CONTACTSLEUTEL
Staat toe de motor te stoppen en te starten. De
contactsleutel heeft twee standen (afb. 10.B):
1. Sleutel verwijderd - OFF - de motor
stopt en kan niet opgestart worden.
2. Sleutel in - ON - de motor kan opgestart
en in dienst gezet worden.
BELANGRIJK De motor start niet indien de
veiligheidssleutel niet volledig ingestoken is.
5.2 COMMANDO CHOKE
Dit wordt gebruikt om de motor koud op
te starten. Het commando van de choke
heeft twee standen (afb. 10.G):
Rechts - De choke is ingeschakeld
(voor koud starten).
Links - De choke is uitgeschakeld
(normale werking en warm starten).
5.3 PRIMER
Druk op het rubberen commando van de
primer om brandstof in de zuigcollector van de
carburator te spuiten, en zo het opstarten bij
koude motor te vereenvoudigen (afb. 10.F).
5.4 HANDVAT VOOR HANDMATIGE START
Dit staat de handmatige start van
de motor toe (afb. 10.C).
5.5 COMMANDO VOOR
ELEKTRISCHE START (OPTIE)
Dit staat de elektrische start van de
motor toe (afb. 10.E) wanneer de
machine verbonden is aan het elektrisch
net met de stekker (afb. 10.D).
5.6 COMMANDO TOEVOERSCHROEF
Dit commando schakelt de rotatie
van de toevoerschroef in.
• Om de rotatie van de toevoerschroef in
te schakelen, brengt men het commando
omhoog (afb. 6.A) tot tegen het handvat.
• Wanneer de koppeling losgelaten
wordt, stopt de toevoerschroef en
keert de hendel automatisch terug
naar de aanvankelijke positie.
5.7 COMMANDO RICHTING VAN HET
GLIJVLAK EN VAN DE DEFLECTOR
De rotatie van het uitlaatglijvlak wordt
geregeld aan de hand van de handgreep
die toestaat het uitlaatvlak van de sneeuw
in de gewenste richting te oriënteren.
• Verdraai het knopje (afb. 8.A)
om het glijvlak te draaien.
• Verdraai de handgreep van de deflector
(afb. 9.A) om dit te richten.
6. GEBRUIK VAN DE MACHINE
De veiligheidsnormen die in acht
genomen moeten worden tijdens het gebruik
van de machine zijn beschreven in hfdst. 2.
NL - 6