7.5. Aansluiten
De monitor kan in twee varianten worden aangesloten op apparaten zoals compu-
ters, mobiele apparaten of spelconsoles.
•
Voordat u een apparaat aansluit, moet u controleren of uw apparaat geschikt is
voor het aansluiten van een extern beeldscherm en of het apparaat voldoende
stroom levert aan de monitor.
•
Voer de aansluiting steeds uit met apparaten die zijn uitgeschakeld.
•
Als u een aparte voeding nodig hebt, sluit u altijd eerst de voeding aan op de
monitor en daarna de USB-C- of HDMI-kabel.
7.5.1.
Apparaten met USB-C aansluiten
Sluit de USB1- of USB2 aan op de USB-C-aansluiting van het eindapparaat. Ge-
bruik hiervoor een USB-C-kabel.
Optioneel: afhankelijk van het eindapparaat kan het nodig zijn om een extra
USB-kabel aan te sluiten voor de stroomvoorziening. Mobiele eindapparaten kun-
nen bijvoorbeeld onvoldoende stroom leveren om de monitor van stroom te voor-
zien via de eigen USB-C-aansluiting. Gebruik de meegeleverde USB-C naar USB
3.1-kabel of de USB-C naar USB-A-kabel.
Verbind in dit geval de nog vrije USB1- of USB2-aansluiting van de monitor met
een externe USB-netadapter.
Meestal is een vermogen van 5V/3A voldoende. Voor 4K-apparaten is 9V/3A vereist.
Als een externe USB-netadapter is aangesloten, wordt het aangesloten mobiele ap-
paraat bovendien van stroom voorzien en opgeladen.
16
USB-C
USB