AFSTANDSBEDIENING
1.
AAN / UIT
2.
DMX mode AAN / UIT
3.
Pause/Start auto program or sound program
4.
Muziek gestuurd programma S1
5.
Muziek gestuurd programma S2
6.
Muziek gestuurd programma S3
7.
Stroboscoop AAN / UIT
8.
Automatisch programma, kies A1, A2, A3, A4, A5, A6, A7
9.
Snelheid verhogen of verlagen
LET OP! De afstandsbediening is voorzien van een batterij. Een isolerende folie
tussen de batterij en de batterij contacten voorkomt dat de batterij tijdens
transport ontlaad. Voorafgaand aan het eerste gebruik, verwijder de folie van de
batterijhouder aan de achterzijde van de afstandsbediening. Anders wordt de werking van de
afstandsbediening is niet mogelijk.
Voor de werking, is een 3V knop cel type CR2025 nodig. Let op, bij de het vervangen van de
batterij dat u de positieve pool van de knoopcel omhoog plaatst.
REINIGEN
De opeenhoping van stof, vuil en andere zwevende deeltjes verminderen de lichtopbrengst van het apparaat. Het zal ook voorkomen dat het apparaat
correct koelt, en dit zal de levensduur van het apparaat verkorten. De snelheid van de vuilafzetting zal variëren afhankelijk van omgevingsfactoren zoals
stof in de lucht, gebruik van rookmachines, luchtstroom van ventilatiesystemen, enz. De koelventilatoren van het apparaat zullen de opbouw versnellen, en
alle rookdeeltjes die in de atmosfeer aanwezig zijn, zullen de neiging tot verstopping van vuil vergroten.
Om de beste prestaties en levensduur van het apparaat te krijgen, inspecteer het apparaat regelmatig en maak deze schoon zodra u tekenen van
vuilophoping ziet.
Beoordeel de gebruiksomgeving elke keer dat u het apparaat begint te gebruiken. In stoffige of rokerige omstandigheden, inspecteer het apparaat na
enkele uren en controleer het regelmatig of het apparaat mogelijk sneller vuil aantrekt dan u verwacht. Stel een reinigingsschema op dat ervoor zorgt dat
het vuil wordt verwijderd voordat het zich kan ophopen.
Gebruik de volgende richtlijnen:
• Ontkoppel het apparaat van het stroomnet en laat hem volledig afkoelen voordat u hem schoonmaakt.
• Gebruik geen oplosmiddelen, schuurmiddelen of andere agressieve producten om het apparaat te reinigen.
• Stofzuig of gebruik lage druk perslucht om stof en losse deeltjes van oppervlakken en luchtopeningen te verwijderen. Voorkom dat de bladen van
de koelventilatoren draaien voordat u een vacuüm of luchtstraal op de ventilator richt, anders kunt u de ventilator te snel laten draaien en deze
beschadigen.
• Reinig glazen onderdelen door ze voorzichtig af te vegen met een zachte, schone, pluisvrije doek, bevochtigd met een zwakke reinigingsoplossing.
Leg de oplossing op de doek en niet op het te reinigen oppervlak. Vermijd het wrijven van glazen oppervlakken.
• Droog het apparaat met een zachte, schone, pluisvrije doek of perslucht onder lage druk voordat u het apparaat opnieuw van stroom voorziet.
9