14. Houd u bij het starten of aanzetten van de motor zorgvuldig aan
de voorschriften en houd uw voeten de buurt van de maaimessen.
15. Bij het sterten of aanzetten vande motor de maaier niet kantelen,
tenzij dat noodzakelijk is. Kantel de maaier in dat geval niet meer
dan absoluut nodig is en til alleen het gedeelte op dat zich niet aan
de kant van de gebruiker bevindt.
16. Zorg ervoor dat u niet voor de afvoeropening staat als u de motor
start.
17. Houg handen en voeten uit de buurt van draaiende onderdelen.
Blijf altijd uit de buurt van de afvoeropening.
18. De maaier mag nooit met draaiende motor worden opgetild of
gedragen.
19. Zet de motor af en verwijder de bougiekabel :
- voordat u verstoppingen verwijdert of de afvoertunnel ontstopt.
- voordat u de maaier gaat controleren, schoonmaken of andere
werkzaamheden gaat uitvoeren.
- als u een vreemd voorwerp raakt. Controleer de machine op
beschadigingen en voer alle benodigde reparaties uit alvorens hem
weer te gebruiken.
- als de maaier abnormal trilt (direct controleren).
20. Zet de motor af
- als u de maaier onbeheerd achterlaat.
- voordat u de brandstoftank bijvult.
21. Zet de gashendel terug voordat u de motor afzet. Als de machi-
ne met een brandstofafsluitklep is uitgerust, draai deze dan dicht als
maaiwerk voltooid is.
22. Rijd niet te snel als u een aan de achterzijde bevestigde zitting
gebruikt.
Onderhoud en opslag
1. Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig strak aan,
zodat de machine steeds veilig in gebruik is.
2. Als er zich brandstof in de tank bevindt de maaier niet opbergen
in een afgesloten ruimte waar benzinedampen in contact met open
vuur of vonken kunnen komen.
3. Laat de motor afkoelen voordat u de maaimachine in een afgeslo-
ten ruimte opbergt.
4. Om brandgevaar te beperken dienen motor, geluiddemper, accu-
compartiment en de omgeving van de brandstoftank steeds te worden
vrijgemaakt van een overmaat aan vet, gras, bladeren en opgehoopt
vuil.
5. Controleer de grasopvangzak regelmatig op slijtage en beschadi-
gingen.
6. Vervang versleten of beschadigde onderdelen ten behoeve van een
veilig gebruik.
7. Als de brandstoftank moet worden leeggemaakt, dient dit buiten
plaats te vinden.
Startsysteem Touch-n-mow IB-55050B
Met het startsysteem Touch-n-mow kan de eenmaal opgeladen gra-
smaaimachine zonder de hulp van batterijen, elektrische kabels,
schakelaars of startkoorden gestart worden.
Zoals bij alle nieuwe producten het geval is, is het ook bij Touch-N-
Mow belangrijk de veiligheidsvoorschriften in acht te nemen.
- Ontkoppel de bougie altijd, ontlaad en vergrendel het Touch-N-
Mow systeem. Verwijder de veiligheidssleutel alvorens ingrepen aan
de motor of de machine uit te voeren.
- Verzeker u ervan dat het Touch-N-Mow systeem ontladen en ver-
grendeld is alvorens ingrepen daaraan uit te voeren.
- Zorg dat uw handen of voeten niet onder de grasmaaimachine zijn
wanneer het startsysteem opgeladen is.
- Ga er nooit zonder meer van uit dat het startsytsteem uitgeschakeld
is, zelfs indien de sleutel in de vergrendelingsstand staat en
(LOCK&REMOVE) en/of uit de motor verwijderd is.
- Raak het handwiel niet aan wanneer het startsysteem aan het ontla-
den is.
- Verplaats en hef de motor nooit aan de handwielcup omhoog.
- Hanteer de Touch-N-Mow start door de veerbevattende cilinder-
schacht aan te raken. Steek uw vingers nooit tussen het deksel van het
startsysteem en de interne delen.
- Verricht geen reparaties of onderhoud aan het Touch-N-Mow
systeem.
- Vergrendel en verwijder de veiligheidssleutel altijd en bewaar de
sleutel op een veilige plaats tot een volgend gebruik. Het is de bedoe-
ling dat de sleutel verwijderd wordt wanneer hij niet in gebruik is.
Door de sleutel te verwijderen wordt voorkomen dat de grasmaaima-
chine door kinderen of onwetende volwassenen ongewenst in wer-
king gesteld wordt. De sleutel moet altijd in de vergrendelingsstand
LOCK&REMOVE geplaatst worden voordat hij verwijderd kan wor-
den.
- Controleer altijd of de kabel van de stopschakelaar goed geaard
is. Een verkeerd uitgevoerde aarding kan het startsysteem beschadi-
gen.
Ontlaad en vergrendel het Touch-N-Mow systeem altijd alvorens de
volgende handelingen te verrichten:
- Verwijdering van gras of vuil onder de romp
- Vervanging van oliefilter, luchtfilter of bougie
- Verwijdering van het snijblad - Alle service-ingrepen aan motor of
machine
- Verplaatsing van de grasmaaimachine
Vullen van het carter
De motor wordt geleverd zonder olie in het carter. Voordat u de motor
start moet u dus eerst olie bijvullen:
1. Zet de maaier op een vlak stuk grond.
2. Verwijder de olievuldop door deze tegen de klok in los te draaien.
3. Giet er voorzichtig ongeveer 0,65 I. olie in (SAE 30, SE, SF, SG).
4. Laat de olie een paar minuten bezinken.
5. Maak de oliepeilstok schoon met een doek en breng hem terug op
zijn plaats door met de wijzers van de klok mee te draaien.
6. Trek de peilstok er weer uit en kontroleer of het olieniveau tot net
onder de inkeping "MAX" of "FULL" komt.
BELANGRIJK:
1. Vul niet teveel olie daar dit de motor kan beschadigen.
2. Om de motor goed de laten funktioneren, moet u de olie een eer-
ste maal verversen als hij 5 uur gedraaid heeft, en daarna om de
25 uur.
3. Als u de motor gebruikt in bijzonder stoffige en vuile omstandi-
gheden, moet u de olie met kortere tussenpozen verversen.
4. U vindt meer informatie over de motor in het handboek dat door
de kon-strukteur van de motor is meegeleverd.
Vullen van de benzinetank
1. Maak de plaats van de vuldop schoon.
2. Verwijder de vuldop en vul de tank met normale benzine tot op
ongeveer 15 mm van de bovenkant.
3. Draai de vuldop weer vast en veeg eventueel.
BELANGRIJK:
1. Wees steeds zeer voorzlchtig met benzine.
2. Vul de benzine steeds bulten bij. Gebruik een schone trechter.
Veeg gemorste benzlne weg.
23
VOORBEREIDING