Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de kookzoneknoppen in en uit.
Wanneer de kookplaat is ingeschakeld, is de
kookstandindicatie verlicht.
Afstellen van de kookzone
De gewenste vermogensstand instellen met de
bedieningsknoppen.
0 = kookzone uitgeschakeld.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende
instelling. Deze wordt aangegeven met een punt.
De vermogensstand selecteren
Draai de bedieningsknop naar rechts totdat de gewenste
vermogensstand bereikt wordt.
Kooktabel
In de volgende tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
De bereidingstijden zijn afhankelijk van de kookstand, het type,
het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er
variaties.
Smelten
Chocolade, chocoladeglazuur, boter, honing
Gelatine
Opwarmen en warm houden
Maaltijdsoep (bv. linzen)
Melk**
Worstjes opgewarmd in water**
Ontdooien en verwarmen
Diepvriesspinazie
Diepvriesgoulash
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
Aardappel-gehaktballen
Vis
Witte sauzen, bv. bechamel
Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus
Koken, stomen, sauteren
Rijst (met twee keer zoveel water)
Rijstpap
Aardappelen in de schil
Geschilde aardappelen met zout
Pasta.
Eenpansgericht, soep
Groente
Diepvriesgroenten
Koken met de snelkookpan
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
16
Op de visuele indicator gaat de geselecteerde vermogensstand
branden.
De kookzone uitschakelen
Draai de bedieningsknop naar links tot stand 0. De kookzone
wordt uitgeschakeld en de restwarmte-indicator verschijnt.
Aanwijzing: Als er geen pan op de inductiekookzone geplaatst
wordt, zal de gekozen kookstand beginnen knipperen. Na het
verstrijken van een tijd gaat de kookzone uit.
De kookstanden beïnvloeden het kookresultaat.
Roer puree, gebonden soep en dikke sauzen af en toe om.
Gebruik de kookstand 9 als u begint te koken.
Doorkookstand Doorkookduur in minuten
1-1.
1-1.
1-2
1.-2.
3-4
2.-3.
2.-3.
4.-5.*
4 -5*
1-2
3-4
2-3
2-3
4-5
4-5
6 -7*
3.-4.
2.-3.
3.-4.
4.-5.
-
-
-
-
-
5-15 min.
20-30 min.
20-30 min.
10-15 min.
3-6 min.
8-12 min.
15-30 min.
25-35 min.
25-30 min.
15-25 min.
6-10 min.
15-60 min.
10-20 min.
7-20 min.
-