Hauck Jet 6 Manuel D'instructions page 10

MONTAGE- EN GEBRUIKSAANWIJZING
NL
1. OPSTELLEN (Afb. 1)
Maak de transportbeveiliging los.
2. OPENVOUWEN (Afb. 2a, 2b)
Om de kinderwagen open te vouwen, kantelt u de wagen naar voren en drukt u beide dwarse
stangen (bovenaan en onderaan) aan de achterzijde van de kinderwagen naar onder tot deze
ineengesloten zijn.
3. MONTEREN VAN DE VOORWIELEN (Afb. 3a, 3b)
Breng de beide voorwielen op de aan het frame te monteren positie aan. Zorg ervoor, dat de
voorwielen correct ineensluiten en daardoor niet meer onvrijwillig kunnen loskomen (3a). Om
een wiel te wisselen legt u de volledig gemonteerde kinderwagen op de vloer en drukt u op
beide veiligheidshendels aan het wielframe om het dubbele wiel compleet naar voren en naar
onder te kunnen uittrekken (3b).
4. INSTELLEN VAN DE VOORWIELEN (Afb. 4)
Beweeg de voorwielblokkering in de bovenste positie om de zwenkbeweging van het wiel te
blokkeren. Om de zwenkbeweging van het wiel toe te laten, dient u de voorwielblokkering in de
onderste positie te brengen.
5. DUBBELE REM VOOR DE ACHTERWIELEN (Afb. 5)
Druk op beide remmen, om de achterwielen te blokkeren en probeer de kinderwagen te duwen,
om te vrijwaren, dat de remmen vast geblokkeerd zijn.
Let op: Activeer steeds beide remmen wanneer u de kinderwagen parkeert.
6. INSTELLEN VAN DE RUGLEUNING (Afb. 6)
Verstel de hendels links en rechts, om de rugleuning in een van 5 mogelijke zitposities in te
stellen.
7. INSTELLEN VAN DE VOETENSTEUN (Afb. 7)
Druk op beide (links en rechts) hendels, om de voetensteun in de gewenste positie te
brengen.
8. MONTEREN VAN DE KAP (Afb. 8)
Bevestig de kleminrichting van de kap aan beide zijden van het kinderwagenframe.
9. OPENEN VAN DE VEILIGHEIDS-FRONTBEUGEL (Afb. 9a, 9b)
Maak de veiligheidshendel langs onder los met uw vinger. Trek de frontbeugel dan naar voren
om de beugel te openen (9a). Om de frontbeugel te sluiten, drukt u op de plastic sluiting in de
houder aan de armleuning (9b). Overtuig er u voor het gebruik van de kinderwagen van, dat de
frontbeugel veilig is ineengesloten en daardoor niet meer onvrijwillig kan loskomen.
10. SAMENVOUWEN (Afb. 10):
Zet de rugleuning in zitpositie.
a. Trek de eerste veiligheidsvergrendeling met uw voet naar boven;
b. Trap de bovenste veiligheidsvergrendeling naar onder en druk dan de duwstang naar voren
om de kinderwagen samen te vouwen;
Vergrendel de transportveiligheid aan de kinderwagen.
11. BEVEILIGING VAN HET KIND IN HET ZITJE MET BEHULP VAN DE 5-PUNTS-
VEILIGHEIDSGORDEL (Afb. 11):
Zet het kind in het zitje en leg uw kind de schoudergordels en de bekkengordel aan en sluit
de gordelgesp met de kruisgordel (de gordel, die tussen de beentjes van het kind wordt
doorgeleid). Stel de lengte van de gordels passend voor uw kind in. Overtuig er u steeds van,
dat de gordelriempjes niet verdraaid zijn of aan het frame van de kinderwagen zijn verhaakt.
Controleer de correcte instelling elke keer, dat u het kind in het zitje zet en wanneer de rugleuning
in de neerlegpositie staat. Om de gordels los te maken drukt u op, en opent u de gordelgesp.
Aanpassing van het gordelsysteem: Schuif beide sluitingen (B) in de gordelgesp (A) en zorg
ervoor, dat beide knoppen met een klik ineensluiten. Controleer, dat de beide bandjes van
de schoudergordel (C) aan de sluitingen zijn bevestigd (B). Ieder schouderbandje heeft een
eigen instelinrichting, om de lengte individueel te kunnen instellen (D). Om het gordelsysteem
los te maken, drukt u op de knoppen. Voor de uitrusting van de kinderwagen met een 5-punts-
gordel zijn er D-ringen voorhanden. De bevestigingsdelen (D-ringen) bevinden zich aan de
bekkengordel.
WAARSCHUWING: (U bent voor de veiligheid van uw kind verantwoordelijk.) Het kind dient steeds
de gordel te dragen en mag in geen geval zonder toezicht achterblijven. Het kind mag niet in
de omgeving van beweegbare delen terechtkomen, wanneer u wijzigingen aan de kinderwagen
uitvoert. Deze kinderwagen dient regelmatig door de gebruiker te worden onderhouden.
Let op: Om zware letsels door onachtzame omgang met de kinderwagen te vermijden, dient u
de gordel steeds op deskundige wijze te gebruiken. Gebruik het gordelsysteem nooit zonder
schoudergordels.
10