Instelling voor gemakkelijk en effectief
gebruik van surround
¶ Automatisch surround—AUTO SURROUND
Automatisch surround werkt wanneer het toestel het
binnenkomende digitale signaal herkent. Met andere woorden,
de functie werkt wanneer...
• U de digitale bron kiest (de bron waarvoor de digitale ingang
is gekozen), en
• U de ingangsfunctie van analoog naar digitaal verandert.
Kies "AUTO SURR ON" om automatisch surround te
activeren.
AUTO SURR ON:
• Er wordt een passende surroundfunctie geactiveerd
wanneer een multikanaal signaal wordt ontvangen.
• "PLII MOVIE" wordt geactiveerd wanneer Dolby
Digital 2-kanaal met surroundsignalen wordt
ontvangen.
• "SURROUND OFF" wordt geactiveerd wanneer
Dolby Digital 2-kanaal zonder surroundsignalen
wordt ontvangen.
• Er verandert niets wanneer een lineair PCM-signaal
wordt ontvangen.
AUTO SURR OFF: Kies indien u automatisch surround niet
wilt gebruiken.
Opmerkingen:
• Deze functie werkt niet in de volgende gevallen:
– Bij weergave van een analoge bron,
– Indien een van de DSP-functies is gekozen (zie bladzijde 29), of
een van de vastgestelde digitale ingangsfuncties—"DOLBY
DIGITAL" of "DTS SURROUND" (zie bladzijde 12), en
– Bij weergave via de hoofdtelefoon—"HEADPHONE" of
"3D H PHONE" (zie bladzijden 11 en 27).
• Indien u handmatig een andere surroundfunctie of DSP-functie
kiest (of de surroundfunctie/DSP-functie annuleert), wordt
automatisch surround, indien geactiveerd, tijdelijk voor de huidige
gekozen bron geannuleerd.
De Auto Surround instelling wordt in de volgende gevallen weer
geactiveerd:
– Wanneer u het toestel uit- en weer inschakelt,
– Wanneer u van bron verandert,
– Wanneer u de analoge/digitale ingang verandert, en
– Indien u weer "AUTO SURR ON" kiest.
¶ Virtueel surroundachter—VIRTUAL SBACK
U kunt het surroundachterkanaal tijdens weergave van Dolby
Digital Surround EX software of DTS-ES software gebruiken
zonder dat werkelijk een surroundachterluidspreker is
aangesloten. Het geluid voor het surroundachterkanaal wordt
namelijk naar de normale surroundluidsprekers gestuurd en
zodanig gereproduceerd dat u toch het gevoel van het ruime
surroundeffect achter krijgt.
Kies "VRTL SB ON" om virtueel surroundachter te
activeren.
VRTL SB ON: Bij weergave van Dolby Digital Surround EX
software of DTS-ES software, licht de VIRTUAL
SB (surround achter) indicator op.
VRTL SB OFF: Kies indien u het Virtual Surround Back niet
wilt gebruiken.
Opmerkingen:
• U kunt deze functie niet gebruiken indien u "NONE" voor "SURR
SPEAKERS", heeft ingesteld.
• Bij weergave van DTS-ES Matrix software met DTS 96/24, wordt
DTS 96/24 niet verwerkt indien het virtuele surroundachtereffect is
geactiveerd. U moet voor het verwerken het Virtual Surround Back
annuleren.
• Virtual Surround Back kan mogelijk niet voor bepaalde software
worden gebruikt.
• Virtual Surround Back werkt alleen voor surroundfuncties (zie
bladzijde 28). Deze functie kan niet worden gebruikt indien een
DSP-functie is geactiveerd (zie bladzijde 30).
Instellen van de digitale ingangsaansluitingen
Bij gebruik van de digitale ingangsaansluitingen moet u vastleggen
welke componenten met welke digitale ingangsaansluitingen zijn
verbonden.
¶ Digitale ingangsaansluiting—DIGITAL IN
Kies het component dat u met de digitale aansluitingen heeft
verbonden.
• Door MULTI JOG te draaien, worden de digitale
ingangsaansluitingen voor gebruik met de volgende digitale
componenten ingesteld:
" 1DVD 2TV
1DVD 2CD
2DVD " 1CD
1CD
2DVD " 1TV
1TV
1CDR 2DVD " 1CDR 2CD
(terug naar het begin)
" 1DVD 2CDR "
" 1CD 2CDR "
2TV
" 1TV 2CDR "
2CD
" 1CDR 2TV
"
23