Publicité
Informationen zum Vorbild:
Anfang der 50er-Jahre wurden bei der SNCB die Weichen
gestellt um die Dampftraktion durch ökonomischere
Antriebsarten zu ersetzen. Für die nicht elektrifizierten
Strecken war nur der Dieselantrieb eine schlüssige
Alternative.
Für diesen Zweck wurde die Mehrzuglokomotive der
Serie 201 in den John-Cockerill-Werken in Seraing /
Region Liege entwickelt und in einer Serie von 55 Stück
hergestellt. Ab 1954 verrichteten diese Modelle in ihrer
charakteristischen hell- und dunkelgrünen Lackierung mit
gelben Streifen ihren Dienst in den nördlichen Regionen
von Belgien. Später wurden diese Modelle als Serie 59
eingereiht. Auch die Farbgebung wurde verändert.
Die letzten Modelle wurden im Besitz von Privatfirmen im
Jahr 2002 außer Dienst gestellt.
Information about the Prototype:
At the beginning of the 1950s the decision was taken at
the SNCB to replace steam motive power with more eco-
nomical types of motive power. Diesel motive power was
the only logical alternative for non-electrified routes.
The class 201 general-purpose locomotive was develo-
ped at the John Cockerill Works in Seraing / Liege Region
for this purpose and was built in a group of 55 units.
From 1954 on these models carried out their duties in the
northern regions of Belgium in their characteristic light
and dark green paint scheme with yellow stripes. Later
these models were designated as the class 59. The paint
scheme was changed too. The last models were in private
ownership and were retired from service in 2002.
4
Informations concernant la locomotive réele:
Au début des années 50, la SNCB décida de remplacer
la traction à vapeur par d'autres modes de traction plus
économiques. Sur les lignes non électrifiées, seules les
locomotives diesels constituèrent une solution satisfai-
sante à cet égard.
C'est ainsi que les Ateliers John Cockerill de Seraing en
région liégeoise développèrent une série de 55 locomoti-
ves polyvalentes que la SNCB immatricula dans la série
201. Ces machines, porteuses d'une livrée caractéris-
tique vert clair/vert foncé soulignée de bandes jaunes,
débutèrent leur carrière en 1954 sur les lignes du nord de
la Belgique. Par la suite, l'ensemble de ces locomotives
fut renumérotées dans la série 59 et, en même temps,
leur livrée fut modifiée. Les derniers exemplaires radiés
ont été cédés à des firmes privées en 2002.
Informatie van het voorbeeld:
In het begin van de jaren '50 werden bij de NMBS beslis-
singen genomen om de stoomtractie door economischer
aandrijfsoorten te vervangen. Voor de niet geëlektrifi-
ceerde lijnen was alleen de dieselaandrijving een logisch
alternatief.
Voor dit doel werd de multifunctionele locomotief de serie
201 in de John-Cockerill-fabrieken in Seraing / Region
Liège ontwikkeld en in een serie van 55 stuks gepro-
duceerd. Vanaf 1954 verrichtten deze modellen in hun
karakteristieke licht- en donkergroene kleuren met gele
strepen hun dienst in de noordelijke regio's van België.
Later werden deze modellen als serie 59 opgenomen.
Ook de kleurstelling werd veranderd. De laatste modellen
werden in het bezit van particuliere firma's 2002 buiten
dienst gesteld.
Publicité
