Schoonmaken en onderhoud
De stofbak legen en schoonmaken
Maak de stofbak leeg en maak deze schoon wanneer de indicator voor een volle stofbak continu
brandt.
1 Verwijder de bovenklep (Fig. 34).
2 Trek de handgreep van het stofbakdeksel omhoog en til de stofbak uit het stofbakcompartiment
(Fig. 35).
Opmerking: Wanneer u de stofbak uit de robot haalt of terugplaatst, moet u er goed op letten dat u
de bladen van de motorventilator niet beschadigt.
3 Til het deksel voorzichtig van de stofbak (1) en haal het filter eruit (2) (Fig. 36).
4 Schud de stofbak leeg boven een afvalbak. Maak het filter en de binnenkant van de stofbak
schoon met een doek of een tandenborstel met zachte borstelharen. Maak ook de zuigopening
schoon onder in de stofbak (Fig. 37).
Let op: Maak de stofbak en het filter niet schoon met water en plaats deze onderdelen ook niet
in de vaatwasmachine.
5 Plaats het filter terug in de stofbak (1). Plaats vervolgens het deksel op de stofbak (2) (Fig. 38).
6 Plaats de stofbak terug in het stofbakcompartiment en plaats de bovenklep terug op de robot (Fig.
39).
Let op: Controleer altijd of het filter aanwezig is binnen in de stofbak. Als u de robot gebruikt
zonder filter in de stofbak, raakt de motor beschadigd.
De robot schoonmaken
Om te zorgen dat de robot goed blijft werken, moet u de valsensoren, de wielen, de zijborstels en de
zuigopening van tijd tot tijd schoonmaken.
1 Zorg ervoor dat de aan/uit-schakelaar in de 'uit'-stand staat.
2 Plaats de robot ondersteboven op een vlakke ondergrond.
3 Gebruik een borstel met zachte borstelharen (zoals een tandenborstel) om stof of pluisjes van de
valsensoren (Fig. 40) te verwijderen.
Opmerking: Het is belangrijk om de valsensoren regelmatig te reinigen. Als de valsensoren namelijk
vuil zijn, kan de robot mogelijk geen hoogteverschil of trap meer detecteren.
4 Gebruik een borstel met zachte borstelharen (zoals een tandenborstel) om stof of pluisjes van het
voorwiel en de zijwielen (Fig. 41) te verwijderen.
5 Als u de zijborstels wilt schoonmaken, pakt u ze bij hun borstelharen vast en trekt u de borstels van
hun assen (Fig. 42).
6 Haal pluisjes, haren en draden van de as en van de zijborstel zelf met behulp van een zachte
borstel (zoals een tandenborstel) of een doek (Fig. 43).
7 Controleer de zijborstels en de onderkant van de robot op scherpe voorwerpen die schade aan uw
vloer kunnen toebrengen.
8 Nadat u de zijborstels van hun assen hebt gehaald, ontgrendelt u de klikverbindingen van het
TriActive XL-mondstuk door uw vingers op die plekken te plaatsen die met pijlen zijn gemarkeerd
en trekt u het TriActive-mondstuk van de robot (Fig. 44).
9 Maak de zuigopening schoon met een zachte borstel (bijvoorbeeld een tandenborstel) (Fig. 45).
10 Verwijder alle zichtbare vuil van het TriActive-mondstuk (Fig. 46).
Nederlands
71