Probleem
De motor start niet.
De startmotor laat de motor niet
aanslaan.
124
Probleemoplossing
Oorzaak
Geen brandstof in de brandstof-
tank.
De gashendel staat niet in de juis-
te stand.
De bougie is beschadigd.
Het luchtfilter is vuil.
Het brandstoffilter is verstopt.
Er is water in de brandstof.
De draden zitten los of zijn be-
schadigd.
De motorkleppen zijn niet correct
afgesteld.
De motor is 'verzopen'.
Er zit verkeerde brandstof in de
brandstoftank.
De accu is te zwak.
De koppelingshendel van het op-
zetstuk is ingeschakeld.
Het koppelings-/rempedaal is niet
volledig ingetrapt.
Slecht contact bij de kabelklem-
men op de accupolen.
De hoofdzekering is beschadigd.
Het contactslot is beschadigd.
De veiligheidsconnector voor het
koppelings-/rempedaal is bescha-
digd.
De startmotor of de solenoïde is
beschadigd.
De dodemansregeling (OPC)
werkt niet goed.
Actie
Vul de brandstoftank.
Raadpleeg de startinstructies.
Vervang de bougie.
Reinig of vervang het luchtfilter.
Vervang het brandstoffilter.
Tap alle brandstof in de brandstof-
tank en de carburateur af. Vul de
brandstoftank met nieuwe brand-
stof en vervang het brandstoffilter.
Controleer alle draden.
Neem contact op met een erkende
servicewerkplaats.
Wacht 2-3 minuten voordat u de
motor opnieuw probeert te starten.
Vervang de brandstof in de brand-
stoftank.
Laad de accu op.
Schakel de koppelingshendel van
het opzetstuk uit.
Trap het koppelings-/rempedaal
volledig in wanneer u de motor
start.
Controleer de accu-aansluitingen.
Vervang de hoofdzekering.
Neem contact op met een erkende
servicewerkplaats.
Neem contact op met een erkende
servicewerkplaats.
Neem contact op met een erkende
servicewerkplaats.
Controleer alle draden, schake-
laars en aansluitingen. Indien dit
niet correct is, neemt u contact
op met een erkende servicewerk-
plaats. Gebruik geen product met
een dodemansregeling die niet
correct werkt.
2010 - 004 - 14.07.2023