INSTALLATIE
7. Plaats de beugel (E) voor bevestiging van het afvoerkanaal (C) exact
in het midden op de verticale lijn, 65 mm onder de afgetekende
maximale hoogte van het afvoerkanaal (C).
8. Teken de bevestigingsgaten van de beugel (E) af, boor de gaten,
plaats de pluggen en schroef de beugel (E) aan de muur.
9. Installeer indien nodig de luchtgeleider (D) voor recirculatiegebruik.
10. Sluit de afzuigkap aan op het elektriciteitsnet.
11. Plaats het afvoerkanaal (B+C) op de afzuigkap en schroef deze met
de bijbehorende schroeven vast aan de bovenste beugel (E).
NL 13