19. HOOFDTELEFOONVOLUME
Draaien om het uitgangsvolume van de hoofdtelefoon aan te passen.
20. HOOFDVOLUME
Draaien om het volume van de hoofduitgang aan te passen.
21. USB
USB-poortinterface voor afspelen en verbinding met een PC.
22. BEDIENINGSELEMENTEN MEDIASPELER
Bedieningstoetsen voor de mediaspeler.
Vorige: indrukken om naar het vorige nummer te gaan.
Volgende: indrukken om naar het volgende nummer te gaan.
Afspelen/pauzeren: indrukken om het afspelen te (her)starten of te pauzeren.
Stop: drukken om afspelen te stoppen.
23. DISPLAY MEDIASPELER
Geeft afspeelstatus en -informatie weer.
24. DISPLAY DSP
Geeft de huidige DSP-modus weer.
25. DC STROOMINGANG
5V/1A USB type C-aansluiting.
26. AAN/UIT
Indrukken om het apparaat aan/uit te zetten.
MEDIASPELER EN GELUIDSKAART
MEDIASPELER
Steek een USB-station in de USB-poortinterface, het afspelen start automatisch. Druk op vorige of volgende om van track te
veranderen, druk op pauze/play om te wisselen tussen afspelen en pauzeren.
Houd afspelen/pauzeren ingedrukt tijdens USB-weergave om te schakelen tussen verschillende herhaalmodi (alles, één,
shuffle).
ALL: herhaal volledige map.
ONE: huidig (één) nummer herhalen.
SHUFFLE: map afspelen in shufflemodus.
GELUIDSKAART
Na verbinding met een PC via een USB-kabel, verandert de bedrijfsmodus in USB-geluidskaart.
7