Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over
de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing
te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek
betalen!
Storing
De temperatuur wijkt erg af
van de instelling.
Waarschuwingssignaal
weerklinkt.
Alarmtoets 6 brandt.
De verlichting functioneert
niet.
Gedimde verlichting van de
bedieningselementen.
Eventuele oorzaak
Storing - in het vriesvak is het
te warm!
Apparaat is geopend.
De be- en
ontluchtingsopeningen zijn
afgedekt.
Er zijn teveel levensmiddelen
tegelijk in het diepvriesvak
gelegd.
De LED verlichting is kapot.
De deur stond te lang open.
De verlichting wordt na
ca. 10 minuten
uitgeschakeld.
Wanneer het apparaat een
tijdje niet wordt bediend,
wordt de indicatie van het
bedieningspaneel op de
energiespaarmodus gezet.
Oplossing
In sommige gevallen is het voldoende om
het apparaat gedurende 5 minuten uit
te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren
controleren of de temperatuur
de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende
dag de temperatuur nogmaals controleren.
Om het waarschuwingssignaal uit te schakelen
op de toets 6 drukken.
Apparaat sluiten.
Be- en ontluchting garanderen.
Vriesvermogen niet overschrijden.
Na het verhelpen van de storing gaat de
alarmtoets na een tijdje uit.
Zie hoofdstuk „Verlichting (LED)".
Na het sluiten en openen van de deur brandt
de verlichting weer.
Zodra het apparaat weer in gebruik is, bijv. bij
het openen van de deur, schakelt de indicatie
weer op de normale verlichting om.
nl
111