nl Extra functies
ingedrukt houden, totdat het
1.
temperatuurdisplay knippert.
Om de instelling te wijzigen, op /
2.
drukken.
– Stand –3 is de koudste instel-
ling.
– Stand +3 is de warmste instel-
ling.
a Na een minuut wordt de ingestelde
stand opgeslagen.
8 Extra functies
8.1 Superkoelen
Bij het Superkoelen koelt het koelvak
zo koud mogelijk.
Schakel Superkoelen vóór het inla-
den van grote hoeveelheden levens-
middelen in.
Opmerking: Als Superkoelen is inge-
schakeld, kan er meer geluid ont-
staan.
Superkoelen inschakelen
Druk op
▶
brandt.
a
Opmerking: Na ca. 15 uur schakelt
het apparaat over op de normale
werking.
Superkoelen uitschakelen
Druk op
▶
a De voordien ingestelde tempera-
tuur wordt op indicatie aangege-
ven.
82
.
.
9 Alarm
9.1 Deuralarm
Als de deur van het apparaat langere
tijd open staat wordt het deuralarm
ingeschakeld.
Er klinkt een waarschuwingssignaal.
Deuralarm uitschakelen
De apparaatdeur sluiten of op
▶
drukken.
a Het waarschuwingssignaal is uitge-
schakeld.
10 Koelvak
In het koelvak kunt u melkproducten,
eieren, bereide gerechten, brood en
banket, geopende conservenblikken
en harde kaas bewaren.
De temperatuur is van 3 °C tot 8 °C
instelbaar.
Door de koelopslag kunt u ook licht
bederfelijke levensmiddelen op korte
of middellange termijn bewaren. Hoe
lager de gekozen temperatuur is, des
te langer blijven de levensmiddelen
vers.
10.1 Tips voor het bewaren
van levensmiddelen in
het koelvak
¡ Alleen verse en onbeschadigde le-
vensmiddelen inruimen.
¡ Bewaar de levensmiddelen lucht-
dicht verpakt of afgedekt.
¡ Om de luchtcirculatie niet te hinde-
ren en het bevriezen van levens-
middelen te vermijden, de levens-
middelen niet direct tegen de ach-
terwand plaatsen.
¡ Laat warme etenswaren en dran-
ken eerst afkoelen.