Mitsubishi Electric Mr. SLIM SLZ-M FA Serie Manuel D'installation page 78

5. Koelleidingwerk
45°± 2°
F
A
nl
G
F
,
B C
J
I
H
A
7
a b
d e f
c
i
Fig. 5-6
E 6 196 196
D
C
Fig. 5-7
B
F C D
F
A Koelleiding en isolatiemateriaal (ter plaatse
aan te schaffen)
B Leidingbedekking (groot) (Accessoire)
C Leidingbedekking (klein) (Accessoire)
D Koelstofleiding (gas)
E Koelstofleiding (vloeibaar)
F Band (Accessoire)
G Dwarsdoorsnede van de aansluiting
H Koelstofleiding
I Isolatiemateriaal
J Duwpunt
Fig. 5-8
C
B
Fig. 5-9
5.3.5. Controleren (Fig. 5-6)
• Vergelijk de opgetrompte leiding met de afbeelding rechts.
• Snijd het opgetrompte stuk af en tromp de leiding opnieuw op wanneer deze on-
g h
deugdelijk is opgetrompt.
a Rondom glad
b Binnenkant glimt overal, zonder krassen
c Rondom even lang
d Te veel
e Scheef
5.4. Plaats van de koelstof- en afvoerleidingen (Fig. 5-7)
A Afvoerleiding
B Plafond
A
C Rooster
D Koelleiding (vloeibaar)
E Koelleiding (gas)
F Hoofdunit
Model
M15 - 35
B
M50, M60
5.5. Leidingen aansluiten (Fig. 5-8)
Binnenunit
1) Bij gebruik van in de handel verkrijgbare leidingen:
• Breng een dun laagje koelmachineolie aan op de leiding en het aansluitingsoppervlak
E
voordat u de "flare-moer" aandraait.
• Draai met behulp van twee pijptangen de aansluitende leidingen vast.
• Ontlucht de koelstofleidingen met koelgas (ontlucht niet de koelstof in de buitenunit).
• Gebruik de lekverklikker of sop om te controleren of er gaslekken achterblijven
nadat de aansluitingen zijn gemaakt.
• Gebruik de flensmoer die aan dit binnenapparaat is bevestigd.
• In het geval dat de koelleidingen na loskoppeling opnieuw moeten worden aange-
sloten, vervaardig dan het flensgedeelte van de leiding opnieuw.
• Gebruik de meegeleverde isolatie voor koelpijpen om de aansluitingen aan de bin-
nenzijde van de binnenunit te isoleren. Plaats het isolatiemateriaal zoals hieronder
wordt weergegeven.
2) Warmte-isolatie voor koelstofleidingen:
1 Wikkel de bijgesloten grote leidingisolatie rondom de gasleiding en zorg ervoor
dat het uiteinde van het islolatiemateriaal de zijkant van de unit raakt.
2 Wikkel de bijgesloten kleine leidingisolatie rondom de vloeistofleiding en zorg
ervoor dat het uiteinde van de isolatie de zijkant van de unit raakt.
3 Zet beide uiteinden van de leidingisolatie vast met de bijgesloten bevestigings-
bandjes. (Zet de eerste bevestigingsbandjes op 20 mm van de uiteinden van de
leidingisolatie.)
Zorg ervoor dat de gleuf in de leidingafsluiting omhoog is gericht tijdens de installatie.
Zorg dat de afsluitkraan op de buitenunit geheel is gesloten (de unit verlaat de
fabriek met de kraan gesloten). Ontlucht het systeem via de dienstopening voor de
afsluitkraan op de buitenunit, nadat alle leidingaansluitingen tussen de binnen- en
buitenunit zijn voltooid.
Open de stang van de afsluitkraan van de buitenunit volledig, nadat bovenstaande
handelingen zijn voltooid. Hiermee is de aansluiting van het koelcircuit tussen de
binnen- en buitenunit gereed. De instructies voor de afsluitkraan zijn vermeld op de
buitenunit.
Flensmoer aandraaien
• Breng een dun laagje koelolie aan op het verbindingsvlak van de leiding.
• Voor de aansluiting moet u eerst het midden uitlijnen. Vervolgens draait u de op-
trompmoer 3 tot 4 slagen.
• Gebruik de onderstaande tabel met aandraaimomenten als richtlijn voor het verbin-
dingspunt op de aansluitzijde van de binnenunit en draai de aansluiting vast met
twee sleutels. Te strak aandraaien beschadigt de afdichtflens.
A Breng koelolie aan op de aansluitingsoppervlakken.
B Gebruik correcte flensmoeren die voor de afmetingen van de pijpen van het bui-
tenapparaat geschikt zijn.
C Aanhaalmoment flensmoer
Buitendiameter
koperen pijp
(mm)
ø6,35
ø9,52
ø12,7
ø15,88
f Kras op het opgetrompte vlak
g Gebarsten
h Ongelijk
i Voorbeelden van ondeugdelijk optrom-
pen
Afmetingen
A (vloeibaar) B (gas)
63 mm 72 mm
63 mm 78 mm
Buitendiameter
flensmoer
(mm)
17
22
26
29
Aanhaalkoppel
(N·m)
14 - 18
34 - 42
49 - 61
68 - 82