Blender
1.
2.
3.
1. Plaats het apparaat op een vlak oppervlak, bijv.
een aanrecht en zorg dat het stevig staat.
2. Zorg dat de beschermkap (11) is geplaatst in de
aansluiting voor accessoires (12)
2. Verwijder de beschermkap (14) van de zwenkarm
(zie afbeelding).
1. Plaats het voedsel dat u wilt verwerken in de
kan (31).
2. Doe het deksel van de blender (30) op de kan en
zorg dat het goed vast zit.
3. Plaats de dop voor de blender (29) in de opening
van het deksel van de blender.
1. Plaats de kan op de behuizing zodat de pijl in lijn
ligt met de cirkel. Draai rechtsom zodat de pijlen in
lijn liggen.
2. Steek de stekker in het stopcontact en zet de
machine AAN. Zet de snelheidsregelaar op stand 1
(of een andere stand), het controlelampje op het
bedieningspaneel gaat nu branden.
3. Kies de gewenste snelheid. De aanbevolen standen
zijn getoond in bovenstaande tabel.