■
Herstart de zaagwerken niet in het werkstuk. Laat
het wiel op topsnelheid komen en voeg de zaag
voorzichtig opnieuw in de zaagsnede. Het wiel kan
vastraken, oplopen of terugslaan als het werktuig in het
werkstuk wordt herstart.
■
Ondersteun panelen of grote werkstukken om
het risico dat het wiel vastraakt en terugslaat te
minimaliseren. Grote werkstukken hebben de neiging
om onder hun eigen gewicht door te zakken. Steunen
moeten onder het werkstuk aan beide zijden van het
wiel nabij de zaaglijn en de rand van het werkstuk
worden geplaatst.
■
Wees extra voorzichtig wanneer u een "zakinsnede"
in een bestaande muur of andere blinde plaats
maakt. Het uitstekende wiel kan gas- of waterleidingen,
elektrische bekabeling of voorwerpen die een terugslag
kunnen veroorzaken, doorzagen.
Veiligheidsvoorschriften
staalborstelwerkzaamheden.
■
Houd er rekening mee dat er zelfs tijdens normaal
gebruik haren van de borstel af vliegen. Overbelast
de draden niet door teveel druk op de borstel te
leggen. De borstelharen kunnen de huid en lichte
kleding doorboren.
■
Laat de borstels ten minste één minuut lang draaien
voordat u ermee werkt. Zorg ervoor dat er in die tijd
niemand voor of naast de borstel staat. Tijdens deze
draaitijd verliest de borstel losse haren of draden.
■
Richt de draaiende staalborstel van u af. Tijdens
gebruik van deze borstels kunnen kleine deeltjes en
draadfragmenten met hoge snelheid van de borstel
afvliegen en uw huid binnendringen.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
■
Controleer het werkstuk en verwijder alle spijkers
voordat u het product gebruikt. Wanneer u deze
regel opvolgt, vermindert dit het risico op ernstige
letsels.
■
Kom niet binnen het bereik van een ronddraaiende
boorstift. De nabijheid van de ronddraaiende stift bij
uw hand is niet altijd duidelijk.
■
Dit product is niet geschikt voor gebruik als tandboor
of bij geneeskundige of dierengeneeskundige
toepassingen. Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
■
Schuur of slijp geen door hitte ontvlambare
materialen. Vonken van het wiel kunnen deze
materialen doen ontbranden.
■
Buig de flexibele schacht niet met een straal van
minder dan 13 mm. Het risico van oververhitting
wordt aanzienlijk verhoogd.
■
Toegestane
omgevingstemperatuur
gereedschap tijdens gebruik ligt tussen 0°C en 40°C.
■
Toegestane
omgevingstemperatuur
gereedschap bij opslag ligt tussen 0°C en 40°C.
■
De
aanbevolen
omgevingstemperatuur
laadsysteem tijdens het laden ligt tussen 10°C en 38°C.
38 | Nederlands
EXTRA WAARSCHUWINGEN
BATTERIJVEILIGHEID
■
■
specifi ek
voor
VERVOEREN VAN LITHIUM BATTERIJEN
Vervoer de accu in overeenstemming met de plaatselijke
en nationale voorzieningen en regelgevingen.
Volg alle speciale vereisten op de verpakking en etiketten
bij het vervoeren van batterijen door een derde partij. Zorg
dat de batterijen tijdens het vervoer niet in contact komen
met andere batterijen of geleidende materialen door de
blootliggende aansluitpunten te beschermen met een
isolerende, niet-geleidende dop of tape. Geen gekraakte of
lekkende accu's vervoeren. Controleer bij het doorsturende
bedrijf voor verder advies.
RESTRISICO'S
Zelfs wanneer het product zoals voorgeschreven wordt
gebruikt, blijft het onmogelijk om alle restrisico's te
voorkomen. De volgende gevaren kunnen optreden bij
gebruik en de gebruiker dient speciaal op te letten om het
volgende te voorkomen:
■
■
■
voor
het
■
voor
het
voor
het
■
WAARSCHUWING
Voorkom brand, persoonlijk letsel of materiële schade
door kortsluiting en dompel het gereedschap, de
wisselaccu en het laadtoestel niet onder in vloeistoffen
en waarborg dat geen vloeistoffen in de apparaten
en accu's kunnen dringen. Corrosieve of geleidende
vloeistoffen zoals zout water, bepaalde chemicaliën,
bleekmiddelen of producten die bleekmiddelen bevatten,
kunnen een kortsluiting veroorzaken.
Toegestane omgevingstemperatuur voor de accu
tijdens gebruik ligt tussen 0°C en 40°C.
Toegestane omgevingstemperatuur voor opslag van de
accu ligt tussen 0°C en 20°C.
Letsels veroorzaakt door weggeworpen deeltjes
Metaal of schurende deeltjes kunnen de ogen
–
binnendringen en ernstige, permanente schade
veroorzaken. Draag gezichtsbescherming tijdens
het slijpen wanneer u het product gebruikt.
Letsel veroorzaakt door trillingen
Beperk blootstelling. Zie "Risico's Beperken".
–
Verwonding veroorzaakt door stof
Draag
gepaste
stofmaskers
–
bescherming bieden tegen deeltjes van het
materiaal waarmee u werkt en scherpe stukjes van
de accessoires. Eten, drinken of roken verboden in
het werkgebied. Zorg voor voldoende ventilatie.
Verwondingen veroorzaakt door aanraking met de
hulpstukken
Het hulpstuk en het werkstuk worden heet
–
tijdens gebruik. Draag handschoenen wanneer
u slijpschijven vervangt of het werkstuk aanraakt.
Houd uw handen altijd uit de buurt van het
werkgebied. Klem het werkstuk indien mogelijk
vast.
Letsels veroorzaakt door geluid
met
filters
die