HET GEBRUIK VAN DE VENTILATORKACHEL
1.
Plaats de ventilatorkachel rechtop op een warmtebestendige vlakke ondergrond en op een veilige afstand van omgevingen
met water en brandbare objecten.
2.
Sluit de ventilatorkachel aan op het lichtnet.
3.
Draai de thermostaat op de maximumtemperatuur.
4.
De ventilatorkachel wordt ingeschakeld wanneer de functiekeuze is ingesteld op circulatie zonder verwarmen of
ventilatorverwarming op 1000 W of 2000 W. Het indicatielampje gaat branden wanneer de ventilatorkachel is ingeschakeld.
5.
Zodra de kamer de gewenste temperatuur heeft bereikt, schakelt u de ventilatorkachel uit door de thermostaat linksom te
draaien tot u een klik hoort. De ventilatorkachel schakelt nu automatisch in en uit om de temperatuur constant te houden.
6.
Zet de functiekeuze op "0" om de ventilatorkachel uit te schakelen.
Opmerking! De ventilator draait met een constante snelheid die niet afhankelijk is van de thermostaat-instelling.
BEVEILIGINGEN
De kachel is voorzien van een oververhittingsbeveiliging en een omvalbeveiliging.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer de kachel te heet wordt door de omgevingstemperatuur of door langdurig gebruik dan zal de kachel automatisch
uitschakelen. Laat de kachel afkoelen voordat u deze weer aan zet.
Omvalbeveiliging
Wanneer de kachel per ongeluk omvalt dan zal de beveiliging automatisch de hele kachel uitschakelen. Zodra de kachel weer
rechtop staat, gaat de kachel weer aan.
Voordat u de kachel gaat reinigen, zet u deze uit en verwijder de stekker uit het stopcontact. Laat de kachel altijd volledig
afkoelen voordat u deze reinigt of opbergt. Reinig de kachel regelmatig. In ieder geval minimaal een keer per seizoensgebruik.
• Reinig de buitenzijde van het apparaat enkel met een droge doek.
• U kunt eventueel het beschermingsrooster schoon maken met behulp van een stofzuiger(mondstuk).
• Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen om het apparaat te reinigen.
• Dompel de kachel nooit in water of een andere vloeistof onder.
• Bewaar de kachel in de originele verpakking op een koele droge plek.
Controleer eerst de volgende instructies als uw kachel niet functioneert.
• Controleer de zekeringen in de meterkast.
• Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit en of het stopcontact stroom heeft.
• Houd de kachel schoon. Stof, vuil en/of aanslag in de kachel is een veelvoorkomende reden voor oververhitting. Zorg ervoor
dat dergelijke neerslag regelmatig wordt verwijderd.
• Als de kachel plotseling stopt tijdens het verwarmen, kan de oververhittingsbeveiliging ingeschakelt zijn. Zet de kachel uit,
verwijder de stekker uit het stopcontact en laat de kachel afkoelen. Zet de kachel aan, nadat deze afgekoeld is, volgens de
instructies.
Dit symbool betekent dat dit product niet bij het gewone huishoudelijke afval mag worden weggegooid (2012/19/
EU). Volg de geldende regels in uw land voor de gescheiden inzameling van elektrische en elektronische producten.
Als u het product correct afvoert, voorkomt u negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid.
Het verpakkingsmateriaal van dit product is 100% recyclebaar, lever het verpakkingsmateriaal gescheiden in.
REINIGING & ONDERHOUD
STORINGEN EN OPLOSSINGEN
RECYCLING
NL - 7