10 min.
Modules (powermanagement)
Bediening
4.23 Vergrendeling
Door de vergrendeling kunnen de bediening van de
toetsen en de instelling van een kookstand worden
geblokkeerd. Alleen de Aan/Uit-toets kan nog altijd
worden bediend om de kookplaat uit te schakelen.
Vergrendeling inschakelen
1. Op de vergrendeltoets
boven de vergrendeltoets brandt.
Vergrendeling uitschakelen
2. Op de vergrendeltoets
boven de vergrendeltoets dooft uit.
Opmerkingen
De geactiveerde vergrendeling blijft ook behouden als de
kookplaat uitgeschakeld is! Vooraleer weer kan worden
gekookt, moet ze daarom eerst gedeactiveerd worden!
Bij een stroomstoring wordt de ingeschakelde
vergrendeling beëindigd, d.w.z. gedesactiveerd.
4.24 Powerstand
De powerstand stelt extra vermogen voor de
inductiekookzones ter beschikking. Een grote
hoeveelheid water kan snel aan de kook worden
gebracht.
1. De kookplaat inschakelen.
2. Het sensorveld
van de gewenste kookzone aanraken. In de
kookstandweergave verschijnt
ingeschakeld.
3. Na 10 minuten wordt de powerstand automatisch
uitgeschakeld. De
kookstand 9 teruggeschakeld.
Opmerking
Om de powerstand vervroegd uit te schakelen, op het
overeenkomstige sensorveld drukken.
4.25 Powermanagement
Telkens twee kookzones zijn – om technische redenen
– tot een module gecombineerd en beschikken over een
maximaal vermogen.
Als deze vermogensgrens bij het inschakelen van een
hoge kookstand of de powerfunctie wordt overschreden,
reduceert het powermanagement de kookstand van de
bijbehorende module-kookzone.
De aanwijzing van deze kookzone knippert eerst, daarna
wordt de maximaal mogelijke kookstand constant
getoond.
drukken. Het controlelampje
drukken. Het controlelampje
uiterst rechts bij max.
. De powerstand is
verdwijnt en er wordt naar
NL
41