7. De motor stoppen
1. De gashendel in de positie "LOW" zetten om de motor uit te schakelen.
2. De benzinekraan in de positie "off" zetten.
Zie afbeelding 4, op pagina 2.
8. Bediening
1.
Nadat de motor is gestart beweegt u de choke geleidelijk naar rechts.
2.
Het gas instellen op de gewenste snelheid.
Zie afbeelding 2, op pagina 2.
Tijdens het gebruik op het onderstaande letten.
-
Het uitlaatgas mag niet zwart zijn. Wanneer het uitlaatgas zwart is, is de
-
belasting te hoog of de motor niet goed afgesteld.
-
Geen ongewone geluiden of trillingen.
-
Wanneer er ongewone geluiden of trillingen zijn dient de motor afgesteld te
worden. Neem contact op met uw Power Line-distributeur
9. Bougie
-
De bougiedop verwijderen.
-
Vuil van de bougie borstelen.
-
De bougie met een bougiesleutel losdraaien.
-
Controleren of de isolatie intact is.
-
De bougie schoonmaken met een stalen borstel.
-
De elektrodeafstand meten en erop letten dat de elektrode niet wordt
beschadigd.
De afstand moet zijn: 0,7 – 0,8 mm
-
Wanneer de bougie in orde is monteert u hem weer terug op zijn plaats.
-
De bougiedop terugplaatsen.
-
All manuals and user guides at all-guides.com
PROCEDURE
BEDIENING
OPMERKING
PROCEDURE
62