2
Als er lekken zijn, draai de kraan dan
dicht en verwijder de moer. Draai de moer
opnieuw zorgvuldig vast nadat u de dichting
gecontroleerd hebt. Houd de kranen
van het product dicht als het niet wordt
gebruikt om waterlekkage te voorkomen.
3.5 Aansluiten op de afvoer
• Bevestig het uiteinde van de
afvoerslang rechtstreeks op de
waterafvoer, wasbak of badkuip.
A
LET OP!
• Uw vloer zal overspoelen als de slang
uit zijn behuizing geraakt tijdens het
afvoeren van water. Er is bovendien
verbrandingsgevaar door hoge
wastemperaturen! Om dergelijke situaties
te vermijden en te zorgen voor een soepele
waterinlaat en afvoer van de machine,
bevestig het uiteinde van de afvoerslang
stevig, zodat deze zich niet kan verplaatsen.
90 cm
90 cm
min.40
• Sluit de afvoerslang aan op minimaal
40 cm en maximaal 90 cm hoogte.
• Als de slang op vloerniveau of vlak bij de
grond wordt geplaatst (op minder dan
40 cm hoogte) en later omhoog wordt
gebracht, wordt de waterafvoer bemoeilijkt
en kan het wasgoed zeer nat uit de
56 / FL
3 Open de kranen
3
volledig nadat de
slang is aangesloten
om te controleren
of er waterlekken
zijn aan de
aansluitpunten.
90 cm
machine komen. Volg daarom de hoogtes
die in de afbeelding staan vermeld.
• Om te voorkomen dat er vuil water terug in
de machine loopt en om het makkelijk weg
te laten lopen moet het uiteinde van de slang
niet ondergedompeld worden in het vuile
water of meer dan 15 cm in de afvoer gestopt
worden. Als deze te lang is, kort hem dan in.
• Het uiteinde van de slang mag niet
gebogen zijn, er mag niet op worden
gestapt en de slang mag niet geklemd
zijn tussen de afvoer en de machine.
• Als de slang te kort is, gebruik deze door
een originele verlengslang toe te voegen. De
slang mag niet langer zijn dan 3,2 m. Om
defecten door waterlekken te vermijden,
moet de aansluiting tussen de verlengslang
en de afvoerslang van het product goed
geplaatst zijn met een geschikte klem
zodat deze niet loskomt en lekt.
3.6 Poten afstellen
Wasdroogcombinatie / Gebruiker Handleiding