$OXPLQLXPSUR¿HOHQ ]DJHQ
Fig.52: 1. Spanschroef 2. Vulblok 3. Geleider
4. $OXPLQLXPSUR¿HO 5. Vulblok
$OV X HHQ DOXPLQLXPSUR¿HO ZLOW YDVWNOHPPHQ LQ GH VSDQ-
schroef, maakt u gebruik van vulblokken of stukken
afvalhout, zoals aangegeven in de afbeelding, om te
YRRUNRPHQ GDW KHW DOXPLQLXPSUR¿HO YHUYRUPW *HEUXLN
VQLMROLH DOV VPHHUPLGGHO ELM KHW ]DJHQ YDQ HHQ DOXPLQL-
XPSUR¿HO RP WH YRRUNRPHQ GDW DOXPLQLXPVOLMSVHO ]LFK
op het zaagblad ophoopt.
WAARSCHUWING:
URQGH DOXPLQXPSUR¿HOHQ WH ]DJHQ Dikke of ronde
DOXPLQXPSUR¿HOHQ ]LMQ PRHLOLMN YDVW WH ]HWWHQ HQ NXQ-
QHQ WLMGHQV KHW ]DJHQ ORVNRPHQ ZDDUGRRU X GH FRQ-
trole over het gereedschap kunt verliezen en ernstig
SHUVRRQOLMN OHWVHO NDQ ZRUGHQ YHURRU]DDNW
Houten bekleding
WAARSCHUWING:
hulpstuk aan de geleider met behulp van schroe-
ven. De schroeven moeten zodanig worden
gemonteerd dat de schroefkoppen onder het
oppervlak van het houten hulpstuk vallen zo
dat ze niet in de weg zitten van het werkstuk dat
wordt gezaagd. $OV KHW ZHUNVWXN GDW ZRUGW JH]DDJG
YHUNHHUG LV XLWJHOLMQG NDQ KHW WLMGHQV KHW ]DJHQ
onverwacht gaan bewegen, wat kan leiden tot verlies
van controle over het gereedschap en ernstig per-
VRRQOLMN OHWVHO
LET OP:
Gebruik voor het houten hulpstuk
een recht stuk hout van gelijkmatige dikte.
LET OP:
Om een werkstuk met een hoogte
van 107 mm tot 120 PP YROOHGLJ GRRU WH ]DJHQ
dient op de geleider een houten hulpstuk te wor-
den gebruikt. Het houten hulpstuk houdt het werk-
stuk weg van de geleider zodat het zaagblad dieper in
het werkstuk kan zagen.
KENNISGEVING:
Als de houten bekleding op
GH JHOHLGHU LV EHYHVWLJG PDJ X KHW GUDDLEDDU
voetstuk niet meer draaien terwijl het handvat
omlaag staat. $OV X GLW GRHW NDQ KHW ]DDJEODG HQRI
het houten hulpstuk worden beschadigd.
Het gebruik van een houten hulpstuk helpt om splinter-
YULMH VQHGHQ WH NULMJHQ *HEUXLN GH JDWHQ LQ GH JHOHLGHU
en schroeven van 6 mm om een houten hulpstuk aan
de geleider te bevestigen.
=LH GH DIEHHOGLQJ YRRU GH DIPHWLQJHQ YDQ HHQ GHUJHOLMN
houten hulpstuk.
Fig.53: 1. Gat 2. Meer dan 15 mm 3. Meer dan 270
mm 4. 90 mm 5. 145 mm 6. 19 mm 7. 115
- 120 mm
VOORBEELD Wanneer u een werkstuk van 115 mm
en 120 mm hoog zaagt, gebruikt u een houten hulp-
stuk van de volgende dikte.
All manuals and user guides at all-guides.com
Probeer nooit dikke of
Bevestig het houten
101 NEDERLANDS
Verstekhoek
Dikte van houten hulpstuk
115 mm
0°
20 mm
Links en Rechts
15 mm
45°
Links en Rechts
15 mm
60°
Groeven zagen
WAARSCHUWING:
zaagsnede uit te voeren met een breder zaagblad
of sokkelzaagblad. $OV X SUREHHUW HHQ JURHI WH
zagen met een breder zaagblad of een sokkelzaag-
blad, kan dat resulteren in een onverwacht zaagre-
sultaat en een terugslag die kan leiden tot ernstig
SHUVRRQOLMN OHWVHO
WAARSCHUWING:
terug naar zijn oorspronkelijke positie voor
andere zaagbedieningen dan het zagen van groe-
ven. $OV X HHQ ]DDJVQHGH SUREHHUW WH ]DJHQ PHW GH
aanslagarm in de verkeerde positie, kan dat resulte-
ren in een onverwacht zaagresultaat en een terugslag
GLH NDQ OHLGHQ WRW HUQVWLJ SHUVRRQOLMN OHWVHO
U kunt als volgt een groef in een werkstuk zagen:
1.
Stel de laagste positie van het zaagblad in met
behulp van de stelschroef en de aanslagarm, om de
zaagdiepte van het zaagblad te beperken. Zie het tekst-
GHHO $DQVODJDUP KLHUERYHQ
2.
Nadat de laagste positie van het zaagblad is
LQJHVWHOG NXQW X HYHQZLMGLJH JURHYHQ RYHU GH EUHHGWH
van het werkstuk zagen door gebruik te maken van de
methode voor schuivend (duwend) zagen.
Fig.54: 1. Groeven zagen met het zaagblad
3.
9HUZLMGHU KHW ZHUNVWXNPDWHULDDO WXVVHQ GH JURH-
ven met behulp van een beitel.
Werkwijze voor speciale maximale
zaagbreedte
De maximale zaagbreedte van dit gereedschap kan
worden bereikt door de onderstaande stappen te
volgen:
Voor de maximale zaagbreedte van dit gereedschap
raadpleegt u TECHNISCHE GEGEVENS onder
³=DDJFDSDFLWHLWHQ YRRU VSHFLDOH ]DDJVQHGHQ´
1.
Stel het gereedschap in op een verstekhoek van
0° of 45° en zorg ervoor dat het draaibaar voetstuk
YDVW VWDDW 5DDGSOHHJ GH WHNVW RQGHU ³$IVWHOOHQ YDQ GH
YHUVWHNKRHN´
2.
9HUZLMGHU WLMGHOLMN GH ERYHQVWH JHOHLGHUV OLQNV HQ
rechts, en leg ze aan de kant.
3.
Zaag een grondplaat met de afmetingen aan-
gegeven in de afbeelding en een dikte van 38 mm uit
HHQ YODNNH SODDW YDQ ELMYRRUEHHOG KRXW PXOWLSOH[ RI
spaanplaat.
Fig.55: 1. 0° verstekhoek: Meer dan 450 mm 2. 45°
verstekhoek: Meer dan 325 mm 3. 38 mm
4. Meer dan 760 mm
120 mm
38 mm
25 mm
25 mm
3UREHHU QLHW GLW W\SH
Breng de aanslagarm